'Stop,' riep een stem achter hem, 'Stop!' Aan de stem hoorde hij dat het de blonde Amerikaan was. Maar Spijker was nu te ver weg om nog te stoppen. Hij fietste de brede Sint-Pietersnieuwstraat in die het hoogste punt van Gent verbond met het laagste. Hij zoefde de straat door. Hij herademde. Nu zou hij zijn achtervolger in een oogwenk kwijt zijn. Hij keek achterom en zag hoe de Amerikaan het steegje uit stormde en hem over het trottoir achternarende. Spijker voelde het bloed tegen zijn slapen beuken. Zijn voeten wiekten razendsnel met de trappers mee. Hij schoot vooruit. De omgeving werd een waas van kleuren. Hij zag alleen maar het korrelige asfalt dat onder zijn wielen wegflitste. Nog even, dacht hij. Maar toen zag hij, voor hem, het verkeerslicht op rood springen.