In een klein dorpje woonden twee broertjes, Hokus en Pokus. Ze waren zo klein dat alle mensen in het dorp hen uitlachten. Hokus en Pokus woonden bij hun grootmoeder. Die was al heel oud, en toen ze doodging, stonden Hokus en Pokus alleen op de wereld. Zij wilden niet langer tussen al die onvriendelijke mensen in het dorp wonen, en daarom besloten ze weg te gaan en een dorp te zoeken waar de mensen verstandig zijn. Na een avontuurlijke reis ontmoeten ze een heel grote man, en gedrieën trekken ze daarna verder de wereld in, op zoek naar avontuur.