Geboren te Zonhoven, Belgisch Limburg. Josephus Albertus (Jos) Vandeloo was een Belgisch schrijver. Zijn vader Julius Ferdinand (1898-1972) was (fiets)handelaar, mijnwerker, mijnopzichter en hoofd-mijnopzichter; zijn moeder Maria Catharina Bielen (1905-1972) was winkelierster. Ná Jos werden nog geboren: Albert (1928), André (1930) en Denise (1941). Jos Vandeloo volgde de lagere school in zijn geboortedorp. Middelbaar onderwijs genoot hij te Hasselt. Daarna kreeg hij een opleiding als scheikundige in de mijnindustrie. Als steenkolendeskundige werd hij naar het buitenland gezonden, o.a. naar het Ruhrgebied. Herinneringen aan zijn mijntijd vindt men o.a. terug in Een mannetje uit Polen (1965) en De muggen (1973). Hij ervaarde zijn technische opleiding echter als te beperkt en ging aan de Koninklijk Academie en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen Nederlandse en Franse letteren studeren. Hier doceerde hij later trouwens een paar jaar literatuur. Na tussen 1945 en 1955 reeds tientallen korte verhalen geschreven te hebben, debuteerde hij in 1955 voorgoed met de dichtbundel Speelse parade. Hij vestigde zich te Antwerpen en werkte voor de uitgeverij Manteau. Zijn legerdienst vervulde hij als infanterist in Antwerpen van 1947 tot 1948. Ondertussen was hij in 1949 gehuwd met Lisette. Uit dit huwelijk kwam in 1950 de zoon Ferdy te wereld. In 1954 kwam dochter Anita ter wereld, nog in 1964 gevolgd door zoon Dirk. In de jaren ‘60 was Jos Vandeloo een tijdlang ‘s zaterdags sportverslaggever bij de toenmalige BRT. Sinds 1982 is hij fulltime schrijver. Bekend werd hij met het verhaal De muur (1958), dat eigenlijk getuigt van een weinig optimistische levensvisie, en met Het gevaar (1960) waarin de schrijver als één van de eersten de gevaren van de atoomenergie naar voren brengt. Zij literaire loopbaan wordt tweemaal onderbroken door een inzinking, namelijk in 1963, toen zijn oudste zoon een ernstig verkeersongeval meemaakte, en in 1969 toen hij zelf het slachtoffer werd van een verkeersongeval. De voornaamste thema’s in het werk van Jos Vandeloo zijn de eenzaamheid, de vervreemding, de angst, de gevaren van de moderne maatschappij, dit alles doorweven met een drang naar een soort irreële paradijselijke leefwereld. Op een sobere doch doordringende wijze heeft hij het over de belaging van onze maatschappij door de toenemende technische mogelijkheden. Jos Vandeloo werd met zijn verhalen en romans in heel Europa bekend. Zijn werk werd in de meeste Europese talen vertaald, tot het in het Russisch toe. Hij behoort tot één van de meest gelezen auteurs van zijn generatie met onder andere De croton (1962), De coladrinkers (1968), Mannen (1975), Les Hollandais sont là (1985) en de De vogelvrouw (1993). Naast romans, verhalen en gedichten schreef hij een groot aantal scenario’s voor de Vlaamse en Nederlandse televisie, toneelstukken en kinderverhalen. Jos Vandeloo is sinds 1973 Ridder in de Orde van Leopold II en in 1987 werd hij Ridder in de Kroonorde. Zijn werk werd bekroond met verscheidene literaire prijzen. Overleden te Mortsel, Antwerpen.