Centraal staat de verdreven prins Caspian, de rechtmatige koning van Narnia, die samen met dwergen en faunen een oorlog tegen planten zijn oom, die de Troon heeft ingepikt. Het is een droevige tijd in Narnia, willen alle dwergen en sprekende dieren zijn verdreven en leiden een verborgen bestaan ondergronds. Kaspische Roept de hulp in van Edmund, Peter, Susan en Lucy, de kinderen die in het tweede deel het land uit de nood hielpen. Het sympathiekst is de kleine Lucy, die een grenzeloos vertrouwen in de leeuw Aslan heeft, symbool voor de christelijke God. Zij wordt door de anderen niet altijd serieus genomen Omdat ze nog zo jong is. De Grotere kinderen willen voldaan logisch redeneren tot oplossingen komen, wat niet altijd lukt