Zijn gelaatstrekken waren verkrampt, en toch was er leven in. Je kon zijn hart bijna horen slaan. Er was geen spoor van bederf. Hij leek zo echt en zo verschrikkelijk dat we hem bijna niet aan durfden raken. Zijn kleding was smetteloos en hij had een frisse bloem in zijn knoopsgat. Ik gaf Cam een teken om me mijn tas aan te reiken en toen ging ik aan het werk: ik zette een apparaatje - ter grootte van een pillendoosje - in het lichaam van Dracula, juist onder zijn rechter zwevende rib, waarna ik de opening voorzichtig hechtte. Ik zei tegen Cam dat hij er de staak langzaam uit moest trekken, niet helemaal maar bijna, en dat hij er voorbereid moest zijn om hem weer snel terug te duwen wanneer ik een schreeuw gaf. Cam trok hem er langzaam uit en toen dat was gebeurd genas de wond waar we bij stonden! Ik keek nu naar de plek waar het apparaatje was ingebracht en de hechting zag er uit alsof die op een wondloze plaats was uitgevoerd. Zo brengen Professor Damien Harmon en zijn assistent Cameron Sanchez het vampierhart van de gevreesde Graaf Dracula in aanraking met de wonderen van de moderne techniek. Welk kwaad hebben zij uit het graf opgeroepen? Welk kwaad heeft deze duivel uit de diepste diepten in de zin? Of wordt Dracula iets nog afschrikwekkenders dan een monsterlijke schaduw van zijn legendarische verleden?