Een kolderiek fantasieverhaal, waarin de wonderlijkste dingen als normaal worden beschouwd, hetgeen tot komische situaties leidt. Het lijkt wel alsof alles en iedereen tot een karikatuur is gemaakt. Heerlijk wensvervullend, zoals: een school op een berg waar eigenlijk geen leerlingen zijn en ook geen directrice aanwezig is, alleen één leraar die kan toveren en een kat als conciërge. Er komen nog meer vreemde figuren in het verhaal voor, een gemene industrieel in een rolstoel, schurken en schoolinspecteurs, een uitvindster, die verliefd wordt op de tovenaar,