Het dichte oerwoud van Nieuw-Guinea, waar in de fantasie van de stoere Nederlandse militairen die er gestationeerd zijn menseneters op de loer liggen en waar diezelfde figuren de gehuchten belachelijke namen geven als Verneukschoten of Poepjanknor. Met een onverschillige houding tegenover de lokale bevolking doortrekken ze het land om de orde en de rust te handhaven. Tijdens een avondlijk spelletje landje veroveren voltrekt zich echter een ommekeer: één van de mannen, en wel sergeant Massuro, wordt plots steeds stijver en zwaarder… tot hij uiteindelijk enkel nog als een loodzwaar granieten beeld bestaat.