Het reservaat verhaalt hoe onze maatschappij, gebouwd op nut en winst, op een meedogenloze manier de gevoelige, kwetsbare, muzische enkeling (de 'homo mollis' zoals Ruyslinck hem noemt) verdringt en ten ondergang doemt. De hoofdfiguur Basile Jonas, een van 'de witte olifanten in de grijze kudde', is in de Nederlandse letteren zo langzamerhand een klassiek symbool geworden van het integere, idealistische gevoelstype, dat de handschoen opneemt tegen een gecollectiviseerde, utilitaire, corrupte samenleving.