In Wolversdochter is het ditmaal niet Korrem Draafvoet, de sympathieke dwerg uit de Wolver-romans, maar zijn dochter Branka om wie het allemaal draait. Als zij in de stadshal van Alzahan examen aflegt in het Tweede Register van de Magische Kunsten, bespeurt ze dat de examinatoren, de stadmagiërs, door snode bijbedoelingen worden gestuurd. Wat zij echter niet weet, is dat de magiers in het met magie doorschoten web dat de wereld omspant hebben gelezen dat de vondst van een belangrijk object nabij is. Dit voorwerp, waarvan niemand de aard kent, werd in oeroude tijden door de lichtmagier Rhudarios gewrocht als talisman tegen het kwaad en staat als sinds jaar en dag boven aan het verlanglijstje van de magiers. De wolversdochter Branka is inmiddels uit het blikveld van de magiers verdwenen en wie anders dan Korrem is de aangewezen persoon om haar op te sporen? Dan beginnen de moeilijkheden echter pas goed of, anders gezegd, staan alle betrokkenen aan de vooravond van een groots avontuur.