Het huis in het woud, de woonplaats van de maagdelijke priesteressen van de grote Godin, is gebouwd door de druïden om de vrouwen tegen de macht van Rome te beschermen. Toch heeft het zaad van tweedracht en verwoesting er wortel geschoten, want in het geheim broeit er rebellie. Het volk wil vrijheid en wraak, de druïden willen vrede. Eilan, de hoofdpersoon van dit boek, bevindt zich tussen twee vuren: ze voelt zich verplicht jegens de Godin, maar haar liefde voor Gaius, een van de gehate veroveraars, roept. Een verboden liefde tussen twee onverenigbare culturen is het hartverscheurende gevolg.