Wanneer heer Ollie en Joost in de nacht kloppende geluiden onder de vloer horen denken ze serieus met klopgeesten te maken te hebben. Het is echter Hiep Hieper die een poging doet om Bommelstein via een geheime onderaardse gang in te sluipen.
Na het lezen van wat oude boeken besluit heer Ollie om zelf een geest op te roepen, maar een van de boeken komt in handen van Super en Hieper, die daar gelijk een 'eerlijk' handeltje in zien. Tegen woekerprijzen leveren ze ondeugdelijke spullen van een vuilnishoop en het gevolg voor Joosts keuken is dan ook vreselijk. Toch roept heer Ollie met zijn kunsten een geest op: de geniepige Agilius de Vuursalamander, een oplichter die toevallig in de buurt is.
Agilius weet het respect van heer Ollie al gauw te verdienen wanneer hij belooft Markies de Canteclaer op zijn nummer te zetten en daartoe sluit de schurk een verbond met Super en Hieper die het vuile werk zullen opknappen, waarna hij zelf met de buit ervandoor hoopt te gaan. Hierdoor raakt de markies volledig aan de grond en dat heeft heer Ollie natuurlijk niet bedoeld. Hij biedt de markies dan ook hulp aan, tot afgrijzen van de lepe salamander, die hoopte twee vliegen in een klap te slaan.
De hulp van heer Ollie bestaat uit het opnieuw oproepen van 'zijn' geest. Die komt inderdaad tevoorschijn, wanneer hij de bezittingen van de markies juist toevallig in de gang onder Bommelstein aan het inventariseren is, maar in de val gelokt wordt door de politie, die door Tom Poes op het juiste spoor gezet is.