Beauty. Zij houdt een dagboek bij, dit boek.
Daarin valt te lezen dat ze van haar kat houdt en dat ze vindt dat haar vader teveel pelgrimstochten maakt. Niets bijzonders dus, tot de voorspelling die bij haar geboorte werd gedaan werkelijkheid wordt. Het kasteel waar Beauty sinds haar geboorte woont, wordt overwoekerd door een wildgroei aan groen, de bewoners zakken weg in een diepe slaap en Beauty wordt door tijdsreizigers gevangengenomen en belandt in de tweeëntwintigste eeuw. Erger kan het bijna niet, want die eeuw is nog net een graadje afschuwelijker dan de voorgaande. Tot overmaat van ramp geeft de magische poel van de boze fee Carabosse aan dat in deze eeuw de tijd ophoudt. Met ander woorden: de wereld houdt op te bestaan.
En dan?