Zilte lippen, zand in je zwembroekje. Boven je hooft het Zuiderkruis. Aan je voeten een lichtende zee. In je oor een zacht gefluister, nog net niet overstemd door het ruisen van palmbladeren... En dan, later: het tikken van de regen tegen de ruit waarachter je een brief schrijft aan Julien, aan Antonio, aan Giovanni. Het schrille piepje waarmee de telefoon een satelietgesprek aankondigt. De ondraaglijk lichte geur van bougainvillea in het tuincentrum. De souvlaki in de Lange Leidsedwarsstraat - zo anders dan daar. Heimwee en verlangen. Zilte tranen. Meer dan de helft van de vrouwen heeft het wel eens gedaan met een Carlo, een Nikos, een Dieter of een Sean, want liefde is overal. En overal even vergankelijk. Maar die korte duur maakt haar juist zo eeuwig: Grote liefdes bevinden zich altijd op een grote afstand.