Lex en Lea woonden in Pemberbroek. En omdat Pemberbrook maar een klein plaatsje was, kenden ze natuurlijk elk plekje en ieder huis dat er te vinden was, op hun duimpje. Daarom keken ze wel even vreemd op toen hun neef Phil en hun nichtje Ester, die in Pemberbrook logeerden, vroegen van wie het grote huis aan het einde van de sombere Dark Lane was. 'Daar staat helemaal geen huis', zeiden ze. Maar toen ze zelf eens goed naar de aangewezen plek keken, konden ze hun ogen nauwelijks geloven. Want daar, half verscholen achter een laaghangende nevel en de oude, donkere bomen, stond wel degelijk een groot, oud landhuis. Nu waren ze nogal nieuwsgierig aangelegd, en dus zou niemand mogen verwachten dat ze hun ontdekking daar rustig zouden laten staan zonder het naadje van de kous te willen weten. En ze werden niet teleurgesteld, want met dit huis waren een paar heel bijzondere dingen aan de hand. Maar met spookhuizen, en zeker met hun bewoners, kun je je niet ongestraft bemoeien, en misschien waren de kinderen toch wel een beetje opgelucht toen het spookhuis van Pemberbrook voorgoed tot het verleden behoorde.