De jongen Remi en het meisje Lamya hebben wel een paar zeer vreemde vrienden. Ze zijn niet echt levend… maar ook niet echt dood. Ze kunnen veel meer dan gewone mensen, hebben babbelzieke Schaduwen en zweven ergens in de ruimte. Maar af en toe dalen ze af naar de Aarde, zoals nu. Eén van de vrienden, De Chef, is het namelijk beu zonder hoofd en dus zonder verleden te moeten leven. Hij wil met de hulp van Remi en Lamya op zoek naar zijn hoofd. Dat hoofd zou zich in Zuid-Afrika bevinden. Maar twee ongure boeven willen het hoofd tegen veel geld verkopen. Remi en Lamya vertrekken met hun klasgenootjes naar Zuid-Afrika, het land van Zoeloes, Drakensbergen, Grote gaten vol diamanten en gevaarlijke adders.