De verschijnselen doen zich heel plotseling voor: zware hoofdpijn, hoge koorts, buikpijn, diarree, braken, keelpijn en hoesten. Een gruwelijke epidemie, waaraan alle besmette mensen onherroepelijk bezwijken, grijpt razend snel om zich heen. De ene epidemie-haard is nog nauwelijks onder controle of een nieuwe ontbrandt alweer in volle hevigheid. Het geheimzinnige Ebola-virus slaat meedogenloos toe. De jonge, onervaren Marissa Blumenthal krijgt opdracht te onderzoeken hoe de epidemie een halt kan worden toegeroepen. Al snel stuit ze op enkele vreemde, onverkwikkelijke details. De eerste gevallen betreffen steeds artsen die hetzelfde congres bijwoonden. Ook blijken ze allemaal vlak voor ze ziek werden te zijn overvallen of beroofd. Wat aanvankelijk slechts een vaag vermoeden was, wordt, door steeds meer bewijzen gestaafd, een angstaanjagende werkelijkheid. Niet alleen het leven van duizenden onschuldige slachtoffers staat op het spel, maar ook Marissa's eigen leven loopt gevaar. Er is niemand die ze in vertrouwen kan nemen. Verbeten, vertwijfeld en eenzaam zet ze haar onderzoek voort.