James woont al jaren bij zijn tantes Spons en Spijker in een raar bouwvallig huis op de top van een hoge heuvel in het zuiden van Engeland. James moet van die niet zo lieve tantes altijd hard werken. Aan dit saaie leven komt een eind als hij van een oud mannetje een zakje toverkracht krijgt. Hij laat het zakje bij de kale perzikboom vallen. Door de toverkracht groeit er aan de boom een reusachtige perzik, die zo groot wordt als een huis. James kruipt door een tunnel de reuzenperzik binnen en wordt vriendjes met de Ouwe-Groene-Sprinkhaan, en met juffrouw Spin, het Lieveheersbeest en nog meer dieren. Samen maken zij de gekste avonturen mee, zoals een luchtreis over de oceaan.