Een 8-jarig meisje, vindt het verschrikkelijk dat buurman Kreitjes en zijn zoons op eendenjacht gaan. Als ze op een keer een jong hert geschoten hebben, wordt ze zó woedend dat ze de familie met haar tovervinger (die ze eigenlijk niet meer wil gebruiken) betovert. De Kreitjes krijgen vleugels en moeten een nest bouwen, omdat vier eenden met armen in hun huis zijn getrokken. Als die eenden de Kreitjes met hun eigen geweren bedreigen, tonen ze snel berouw. De betovering wordt verbroken en de Kreitjes zijn echte dierenvrienden geworden. Maar dan klinken elders weer geweerschoten...