De trommels,' mompelde ze. 'Hij is weer achter de trommels aan. Als hij ze hoort, moet ik ze ook kunnen horen.' Ze liep naar buiten en bleef luisteren met haar ogen dicht. 'Ik hoor wat,' zei ze uiteindelijk. 'Het is heel ver weg.' De anderen liepen achter haar aan het bos in. Het woud van goed en kwaad, dacht Olaf huiverend. Hij had het gevoel dat er iets vreselijks was gebeurd met zijn broertje. Stel je voor dat ze hem niet vonden... En daarmee begint voor de zes kinderen en tante Archibalda een zoektocht, die op een droombeeld lijkt, met een man op wielen, een kobold, tamboers, toverspiegels, vliegende schijven, boomgeesten, soldaten en de gouden zonnezangeres.