Op een regenachtige middag in augustus ontvangt Tim zijn eerste dreigbrief: 'Probeer maar niets. Mijn boze oog rust op jou! Pas op, de dinosaurussen komen!' Kort daarna ontdekt hij dat iemand zijn huis in de gaten houdt en dat er een indringer in zijn kamer is geweest._x000D_ Tim en zijn beste vriend, Are, hebben een fantastische zomer, maar plotseling begint Are hem uit de weg te gaan. Tim ontdekt dat Are vaak stiekem het bos insluipt, en hij besluit dit geheim tot de bodem uit te zoeken. Maar hij is niet voorbereid op de verrassing die hem wacht. h:n dan is er nog Jan, die op een late middag was gekomen. Hij had gevraagd of hij die nacht kon blijven slapen en Tims moeder had ja gezegd. Tim is terughoudend tegenover Jan, met het gevoel dat er iets vreemds aan hem is en dat hij niet de hele waarheid zegt. Is hij wel wie hij zegt te zijn? Is er iets belangrijks dat hij achterhoudt?