Het altaar baadde in de gloed. Toen gleed de geheimzinnige ruimte achter het altaar de steeds wijder wordende lichtkring in. En langzaam werden in het kruipende licht gestalten zichtbaar, als gedaanten die uit de nacht en de stilte groeiden. Eerst leken het grijze standbeelden, harig, mensachtig en op een afzichtelijke manier toch geen mensen; maar hun ogen leefden, koude vonken van ijzig grijs vuur. En toen de sinistere gloed op hun dierlijke gelaat viel, slaakte de priester een gil en sloeg achterover. Maar een lange arm schoot over het altaar heen en een misvormde hand sloot zich om zijn keel. Gillend en worstelend werd hij over altaar gesleurd; een vuist als een hamer suisde neer en de kreten verstomden. Slap, gebroken lag hij over het altaar, zijn hersenen dropen uit zijn verbrijzelde schedel. En toen stortten de dienaren van Bît-Yakin zich als een stortvloed uit de hel op de zwarte priesters, die verlamd van afschuw hadden toegekeken... Conan is de superman en superbarbaar waarin Howard E. Howard c.s. zijn wilde fantasieën projecteerde van dreiging en macht, van eindeloos avontuur en harde strijd, van manmoedige liefde en impulsieve daden, van laffe overvallen en het woord van eer. Conan is de nimmer verslagen maar vaak verwonde krijger uit de Hyperboreaanse tijd, de donkere en opwindende wereld van onze vroegste geschiedenis, waarin hekserij, toverij en bijgeloof, machtige koningen van nu verdwenen rijken vol bizarre en angstaanjagende monsters en schone, wellustige vrouwen de sfeer bepalen.