(4 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Geboren | + | Geboren te Amsterdam. Rita Törnqvist-Verschuur (geboren als Rita Verschuur) is een Nederlandse schrijfster en vertaalster. Ze groeide op in Overveen en deed daar in 1954 eindexamen gymnasium alfa. Studeerde Zweeds en Oudgrieks in Amsterdam en vertrok na haar kandidaats in 1959 met een studiebeurs voor een half jaar naar Uppsala. Een jaar later verhuisde zij naar Zweden om in Uppsala verder te studeren. Daar deed ze in 1963 tentamens in Scandinavische talen en Oudgrieks en datzelfde jaar legde ze in Amsterdam haar doctoraal af. Rita Verschuur trouwde met de literatuurwetenschapper Egil Törnqvist en kreeg met hem in Uppsala drie kinderen. Eind 1969 verhuisde het gezin naar Nederland. Ze heeft veel boeken vertaald uit het Zweeds en Noors. Rita Verschuur is sinds 1960 jarenlang actief geweest als vertaalster van o.a. Astrid Lindgren. Het vroege werk van deze schrijfster was al door anderen vertaald. Zo verscheen ''Pippi Langkous'' hier in 1952, in de vertaling van Lisbeth Borgesius-Wildschut. De eerste titel die Verschuur voor haar rekening nam is ''Rasmus en de landloper'', 1960. Hierna zou zij als Rita Törnqvist-Verschuur de vaste vertaalster van Astrid Lindgren worden. De dichters Lars Gustafsson en Tomas Tranströmer introduceerde zij in Nederland met vertalingen in het literaire tijdschrift Maatstaf, 1970, 1971. Van August Strindberg vertaalde ze een reeks titels waaronder ''De zoon van een dienstbode'', 1969, en ''Tijd van gisting'', 1973. In Zweden introduceerde Törnqvist meerdere Nederlandse en Vlaamse schrijvers, waaronder Jan Wolkers, van wie ze in overleg met de schrijver de beste verhalen bundelde, en ook de roman ''Turks fruit'' vertaalde, 1969. Van een aantal toonaangevende naoorlogse Nederlandse auteurs koos en vertaalde zij verhalen die gebundeld werden onder de titel ''Moderna holländska berättare'', met een inleiding van de prozaïst Sven Delblanc, 1969. Terug in Nederland vertaalde zij vanaf 1970 nog voornamelijk in haar moedertaal, o.a. werk van verschillende dichters en van prozaschrijvers als Göran Tunström, Per Olov Enquist en Torgny Lindgren. Van de Noorse schrijver Knut Hamsun verscheen in haar vertaling de roman ''Pan'', 1975, 2009. In een briefwisseling met haar dochter Marit ontdekte ze dat het leuk is om voor kinderen te schrijven. In 1976 publiceerde Rita Törnqvist haar eerste kinderboek ''Ze snappen er niets van'', het eerste deel van een trilogie waarin de generatiekloof centraal staat. Realistisch werk werd hierna afgewisseld met sprookjes, waaronder ''Zwerftocht van een trollenkind'', 1978. Vanaf 1989 schreef Törnqvist een aantal boeken met illustraties van haar dochter Marit, waaronder de prentenboeken ''De kerstkarper'' en ''De muzikant en het meisje''. Na een lange reeks kinderboeken in verschillende genres en voor verschillende leeftijdsgroepen maakte de fictie in 1993 plaats voor jeugdherinneringen, waarin Rita Törnqvist terugkeerde naar haar geboortenaam Verschuur. Tot 2005 verscheen er een reeks van acht autobiografische kinderboeken, beginnend met ''Hoe moet dat nu met die papillotten'', dat zich afspeelt in de oorlogsjaren. Ze schreef een serie boeken over haar eigen jeugd. Het thema in veel van haar boeken is generatiekloof. In veel boeken beschrijft ze wat ze meemaakte vanaf dat ze ongeveer vier jaar oud was en de Tweede Wereldoorlog begon. Sindsdien wisselt ze het vertalen af met het schrijven van kinderboeken. Daarna ging ze ook haar eigen boeken in het Zweeds vertalen. In 2002 publiceerde ze ''Astrid Lindgren, een herinnering'', een portret van de bevriende schrijfster, voorbeeld en bron van inspiratie, en sinds 2008 schrijft ze nog uitsluitend voor volwassenen. In twee autobiografische romans probeert ze in het reine te komen met de biologische moeder die haar in 1943 verliet en de stiefmoeder die haar overstelpte met verstikkende liefde. ''Met wortel en tak'' is een weergave van haar persoonlijke ervaringen met borstkanker in het reguliere en alternatieve circuit. Sinds 2016 werkt ze aan een omvangrijk project, dat de periode beslaat van 1954-1970. In korte herinneringsfragmenten geeft ze een beeld van haar studententijd in Amsterdam en Uppsala, van de jaren zestig in Zweden, onderbroken door een tussenjaar in de VS, en ten slotte de terugkomst in Nederland |
ws-page-props | |||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Person | {{Person | ||
+ | |NaamGew=Rita Törnqvist-Verschuur | ||
+ | |NaamBiblio=Törnqvist-Verschuur, Rita | ||
+ | |NaamSoort=Werkelijke naam | ||
+ | |Primair= | ||
+ | |Nat=Nederland | ||
+ | |DatumGeboren=25-07-1935 | ||
+ | |TerminusAQuo=1935-07-25 | ||
+ | |PlaatsGeboren=Amsterdam, Noord-Holland | ||
+ | |LandGeboren=Nederland | ||
+ | |LandOverleden= | ||
+ | |Pic=Törnqvist-verschuur-rita-87151-1656726023.jpg | ||
+ | |ID=1242575051 | ||
+ | |NaamNr=1 | ||
|Tabel=tblSchrijvers | |Tabel=tblSchrijvers | ||
− | |||
|GUID={C42992E0-2728-11D8-B1DD-00105A7169F9} | |GUID={C42992E0-2728-11D8-B1DD-00105A7169F9} | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
|HeeftPic=1 | |HeeftPic=1 | ||
− | | | + | |MemoID=18446 |
− | |||
}} | }} |
Huidige versie van 10 nov 2023 om 21:21
Geboren te Amsterdam. Rita Törnqvist-Verschuur (geboren als Rita Verschuur) is een Nederlandse schrijfster en vertaalster. Ze groeide op in Overveen en deed daar in 1954 eindexamen gymnasium alfa. Studeerde Zweeds en Oudgrieks in Amsterdam en vertrok na haar kandidaats in 1959 met een studiebeurs voor een half jaar naar Uppsala. Een jaar later verhuisde zij naar Zweden om in Uppsala verder te studeren. Daar deed ze in 1963 tentamens in Scandinavische talen en Oudgrieks en datzelfde jaar legde ze in Amsterdam haar doctoraal af. Rita Verschuur trouwde met de literatuurwetenschapper Egil Törnqvist en kreeg met hem in Uppsala drie kinderen. Eind 1969 verhuisde het gezin naar Nederland. Ze heeft veel boeken vertaald uit het Zweeds en Noors. Rita Verschuur is sinds 1960 jarenlang actief geweest als vertaalster van o.a. Astrid Lindgren. Het vroege werk van deze schrijfster was al door anderen vertaald. Zo verscheen Pippi Langkous hier in 1952, in de vertaling van Lisbeth Borgesius-Wildschut. De eerste titel die Verschuur voor haar rekening nam is Rasmus en de landloper, 1960. Hierna zou zij als Rita Törnqvist-Verschuur de vaste vertaalster van Astrid Lindgren worden. De dichters Lars Gustafsson en Tomas Tranströmer introduceerde zij in Nederland met vertalingen in het literaire tijdschrift Maatstaf, 1970, 1971. Van August Strindberg vertaalde ze een reeks titels waaronder De zoon van een dienstbode, 1969, en Tijd van gisting, 1973. In Zweden introduceerde Törnqvist meerdere Nederlandse en Vlaamse schrijvers, waaronder Jan Wolkers, van wie ze in overleg met de schrijver de beste verhalen bundelde, en ook de roman Turks fruit vertaalde, 1969. Van een aantal toonaangevende naoorlogse Nederlandse auteurs koos en vertaalde zij verhalen die gebundeld werden onder de titel Moderna holländska berättare, met een inleiding van de prozaïst Sven Delblanc, 1969. Terug in Nederland vertaalde zij vanaf 1970 nog voornamelijk in haar moedertaal, o.a. werk van verschillende dichters en van prozaschrijvers als Göran Tunström, Per Olov Enquist en Torgny Lindgren. Van de Noorse schrijver Knut Hamsun verscheen in haar vertaling de roman Pan, 1975, 2009. In een briefwisseling met haar dochter Marit ontdekte ze dat het leuk is om voor kinderen te schrijven. In 1976 publiceerde Rita Törnqvist haar eerste kinderboek Ze snappen er niets van, het eerste deel van een trilogie waarin de generatiekloof centraal staat. Realistisch werk werd hierna afgewisseld met sprookjes, waaronder Zwerftocht van een trollenkind, 1978. Vanaf 1989 schreef Törnqvist een aantal boeken met illustraties van haar dochter Marit, waaronder de prentenboeken De kerstkarper en De muzikant en het meisje. Na een lange reeks kinderboeken in verschillende genres en voor verschillende leeftijdsgroepen maakte de fictie in 1993 plaats voor jeugdherinneringen, waarin Rita Törnqvist terugkeerde naar haar geboortenaam Verschuur. Tot 2005 verscheen er een reeks van acht autobiografische kinderboeken, beginnend met Hoe moet dat nu met die papillotten, dat zich afspeelt in de oorlogsjaren. Ze schreef een serie boeken over haar eigen jeugd. Het thema in veel van haar boeken is generatiekloof. In veel boeken beschrijft ze wat ze meemaakte vanaf dat ze ongeveer vier jaar oud was en de Tweede Wereldoorlog begon. Sindsdien wisselt ze het vertalen af met het schrijven van kinderboeken. Daarna ging ze ook haar eigen boeken in het Zweeds vertalen. In 2002 publiceerde ze Astrid Lindgren, een herinnering, een portret van de bevriende schrijfster, voorbeeld en bron van inspiratie, en sinds 2008 schrijft ze nog uitsluitend voor volwassenen. In twee autobiografische romans probeert ze in het reine te komen met de biologische moeder die haar in 1943 verliet en de stiefmoeder die haar overstelpte met verstikkende liefde. Met wortel en tak is een weergave van haar persoonlijke ervaringen met borstkanker in het reguliere en alternatieve circuit. Sinds 2016 werkt ze aan een omvangrijk project, dat de periode beslaat van 1954-1970. In korte herinneringsfragmenten geeft ze een beeld van haar studententijd in Amsterdam en Uppsala, van de jaren zestig in Zweden, onderbroken door een tussenjaar in de VS, en ten slotte de terugkomst in Nederland