Regel 1: Regel 1:
 +
Het is nu zomer op de Zuidelijke helft van Mars. Bijna tweemaal zolang als de aarde doet Mars over haar baan om de zon. Zeshonderd zeven en tachtig dagen. Tweemaal zolang duurt er de zomer, tweemaal zolang ook de winter. We besluiten de omgeving van de I.P R. te verkennen en zijn benieuwd of we de raketten van Sjôjô ook zullen vinden. „Wegen we hier ook iets?” vraag ik. Met een zekere angst herinner ik mij mijn avontuur op Deimos.
  
 +
„U heeft hier zowat het derde deel van Uw aardgewicht,” zegt Suparto. Ik behoef dus niet bang te zijn, dat ik onverhoeds de ruimte in zal schieten. En wat het lopen betreft, zullen we hier volgens Vincent zowat de helft van het prettige maangevoel hebben.  „Ja, natuurlijk moet je je ruimtepak aantrekken, Serge,” zegt Suparto tot Alexandrowsk, die zo maar in zijn overall schijnt te willen uitstappen. „Wou je soms bevriezen? De temperatuur is hier gauw een vijftig graden Celsius beneden nul. Of wou je liever stikken? Dat kan hier ook, want de atmosfeer is ijl en bevat weinig zuurstof”.
 +
 +
Zo bereikt, naar het fantasiebeeld van dit geestig en levendig geschreven boek, de eerste expeditie naar Mars omstreeks 1980 de planeet. Maar deze „sprong in de ruimte” is geen slag in de ruimte: hoe fantastisch ook, dit boek is gebaseerd op de wetenschappelijke gegevens die op het ogenblik over de ruimtevaart ter beschikking staan. Wat er in verteld wordt, is mogelijk, en dat maakt het des te interessanter. En al is het in de eerste plaats bedoeld voor jongens van 12 a 14 jaar, het is zó geschreven, dat iedere lezer, of hij nu jong of oud is, met grote belangstelling de tocht meemaakt en meeleeft met alle wedervaren en ervaringen van de sympathieke bemanning

Versie van 27 nov 2022 17:41

Het is nu zomer op de Zuidelijke helft van Mars. Bijna tweemaal zolang als de aarde doet Mars over haar baan om de zon. Zeshonderd zeven en tachtig dagen. Tweemaal zolang duurt er de zomer, tweemaal zolang ook de winter. We besluiten de omgeving van de I.P R. te verkennen en zijn benieuwd of we de raketten van Sjôjô ook zullen vinden. „Wegen we hier ook iets?” vraag ik. Met een zekere angst herinner ik mij mijn avontuur op Deimos.

„U heeft hier zowat het derde deel van Uw aardgewicht,” zegt Suparto. Ik behoef dus niet bang te zijn, dat ik onverhoeds de ruimte in zal schieten. En wat het lopen betreft, zullen we hier volgens Vincent zowat de helft van het prettige maangevoel hebben. „Ja, natuurlijk moet je je ruimtepak aantrekken, Serge,” zegt Suparto tot Alexandrowsk, die zo maar in zijn overall schijnt te willen uitstappen. „Wou je soms bevriezen? De temperatuur is hier gauw een vijftig graden Celsius beneden nul. Of wou je liever stikken? Dat kan hier ook, want de atmosfeer is ijl en bevat weinig zuurstof”.

Zo bereikt, naar het fantasiebeeld van dit geestig en levendig geschreven boek, de eerste expeditie naar Mars omstreeks 1980 de planeet. Maar deze „sprong in de ruimte” is geen slag in de ruimte: hoe fantastisch ook, dit boek is gebaseerd op de wetenschappelijke gegevens die op het ogenblik over de ruimtevaart ter beschikking staan. Wat er in verteld wordt, is mogelijk, en dat maakt het des te interessanter. En al is het in de eerste plaats bedoeld voor jongens van 12 a 14 jaar, het is zó geschreven, dat iedere lezer, of hij nu jong of oud is, met grote belangstelling de tocht meemaakt en meeleeft met alle wedervaren en ervaringen van de sympathieke bemanning