Geboren te Hilversum. Reidert Johannes Cornelis (Rein) van Looy was een Nederlands kunstenaar. Over zijn opleiding zijn geen bijzonderheden bekend. Hij was een zeer bekende illustrator en boekbandontwerper van kinderboeken, waaronder Pinkeltje en De Grote Tovenaar van Oz. Ook voor andere boeken maakte hij ontwerpen zoals omslagen voor gebonden uitgaven van Havank. Hij deed dit onder het pseudoniem Tanner. Hij staat vooral bekend om zijn illustraties voor de reeks Pinkeltje door Dick Laan en Jaap ter Haars kinderboekenreeksen Ernstjan en Snabbeltje en Saskia en Jeroen. Hij werkte voor uitgevers als Van Holkema & Warendorf in Houten, Kluitman in Alkmaar en A.W. Bruna Uitgevers in Amsterdam. Als stripauteur is hij alleen "bekend" van Dick Parker. Het Geheim van de Roestige Spijker (1951), een parodie op de gewelddadige en daarom controversiële "beeldromans" die tijdens de late jaren 1940 en vroege jaren 1950 populair waren. De ironische verhaallijn werd door de legendarische schrijver Godfried Bomans geschreven. Gezien Van Looy's opdrachtgevers tijdens de jaren 1930 en 1940 nogal stichtelijk waren gebruikte hij het pseudoniem "Tanner" voor zijn meer "vulgaire" werk. Bij uitgever A.W. Bruna in Amsterdam ontwierp hij vele covers voor misdaadromans van Hans van der Kallen, beter bekend als Havank. Hij was ook een mentor voor de zoon van de uitgever, Dick Bruna, die veel van Havanks latere boeken rond De Schaduw zou ontwerpen en later wereldberoemd werd met de kinderboekenreeks Nijntje. Een van de weinige bekende strips van Rein van Looy is een 32 pagina's tellend boekje van 32 x 22 cm, dat als premie bij het Amstelveense weekblad De Boschrand werd weggegeven. Het is ongedateerd, maar stamt waarschijnlijk uit de jaren 1950. Het zeer obscure Leven en lotgevallen van Z.M. Koning Kiliko - De Koning der Kikkers gaat om een kikkerkoning, die met zijn volgelingen protesteert tegen de aanleg van een stadspark, waardoor sloten en weiden zullen verdwijnen. Het verhaal verwijst duidelijk naar het Amsterdamse Bos, dat tussen 1930 en 1970 werd aangelegd. In de openingsstrook wordt rechtstreeks gerefereerd naar de roeiwedstrijden op de nieuwe "Boschbaan". Gezien het gebruik van oude spelling in het tekenwerk, kan het verhaal oorspronkelijk gemaakt zijn in 1937, het jaar waarin de Bosbaan in gebruik werd genomen. Het boekje is echter van een later datum, aangezien de ondertekst is geschreven in de moderne spelling van na 1947. Van Looy illustreerde tijdens de jaren 1950, 1960 en 1970 ook de meeste titels in Dick Laans kinderboekenreeks rond de kabouter Pinkeltje. Het eerste boek verscheen in 1939 bij Van Holkema & Warendorf en bevatte illustraties door Dokie van Amstel. De herdruk uit 1948 bevatte tekenwerk door Eelco Marinus ter Harmsen van der Beek, terwijl het tweede en derde boek geïllustreerd werden door respectievelijk Froukje van der Meer en Harmsen van Beek. Van Looy werd vanaf de vierde titel, Pinkeltje in Artis (1952), de reguliere tekenaar en bleef ook tijdens de rest van Dick Laans carrière de vaste illustrator. Van Looy illustreerde bij Van Holkema & Warendorf ook diverse boeken van Jaap ter Haar, waaronder negen over de tweelingen Saskia en Jeroen (1955-1971) en nog eens negen over Ernstjan en Snabbeltje (1958-1960), een reeks over de vriendschap tussen een jongetje en een eend. Beide reeksen waren oorspronkelijk radiohoorspelen die op de NCRV werden uitgezonden. Andere opmerkelijke boeken die door Van Looy werden geïllustreerd waren heruitgaven van Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen (1952) en De A.F.C.-ers (1959) door J.B. Schuil, evenals de Tuffy boeken (1961-1962) van Jaap ter Haar. Van Looy werkte verder ook voor het NRC Handelsblad en tijdschriften als De Vrouw En Haar Huis, Elseviers Weekblad en Kris-Kras. In 1965 werd hij artistiek directeur van Reader's Digest. Overleden te Amstelveen.