Saartje is enig kind. Gelukkig heeft zij een heel goede vriendin. Zij vinden het dagelijks leven thuis en op school saai en duf en willen graag iets spannends beleven. In een droom leert Saartje van een trol hoe zij zweefzalf kan maken. Woensdagmiddag is zij alleen thuis, dan kookt zij de zalf. Het werkt prima, haar kaktus zweeft door haar kamer. Alles en iedereen, zelfs de hele klas kan zij laten zweven. Aan het eind van het verhaal, wanneer de hele stad op stelten staat, valt de zalfpot van de kerktoren waar zij op beland zijn. Dit maakt een eind aan de wonderlijke belevenissen, maar het was erg leuk