‘Een schrijver is iemand die verhalen uitvindt.’ Roald Dahl zegt dat zelf in een van de verhalen in dit boek. Na de fantastische avonturen van ‘Sjakie en de chocoladefabriek’ en ‘Daantje, de Wereldkampioen’ heeft hij nog heel wat uitgevonden. Dat bewijst deze ‘toverbal’ vol verhalen. In die verhalen gebeurt ontzettend veel. Een jongetje, dat met dieren kan praten, redt een schildpad van de soep. Een lifter laat zien hoe vingervlug hij is. Een dromerig vogelvriendje wordt het slachtoffer van een gewelddadig verjaarsgeschenk. En naast deze en andere personages is er dan ook nog de held van het titelverhaal: de rijke ijdeltuit Hendrik Meier. Schraapzucht drijft hem tot wat eigenlijk niet kan. Na jaren oefenen slaagt hij erin te zien zonder ogen...