Caro Westerhof is een jonge alleenstaande vrouw die na de dood van haar man Cas alles doet om haar leven en dat van hun twee dochtertjes weer op de rails te krijgen. Ze kan nog steeds contact leggen met Cas, over de dood heen, en dat maakt haar pijn een stuk draaglijker.
Wanneer Caro op een avond een wandeling maakt, ontdekt ze tussen de bomen de schimmen van een jonge vrouw en een baby. Ze begrijpt eerst niet wat ze ziet en wat de verschijningen betekenen, maar de stemmen in haar hoofd dringen aan en laten haar niet los. Wie zijn deze verschijningen? Waarom zwerven zij rond in dit bos? En belangrijker nog: waarom tonen zij zich aan Caro?
En dan verdwijnt een meisje. Caro beseft dat ze haar gave om contact te leggen met de doden niet zomaar kan negeren en biedt haar hulp aan aan de politie. Maar daar is lang niet iedereen overtuigd van haar goede bedoelingen...