(11 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Geboren te Linschoten (Utrecht) als oudste zoon van een schoenmaker. Verhuisde op vijfjarige leeftijd naar Geldrop. Doorliep daar de basisschool en de eerste twee jaren van de MULO. Werd na tweemaal te zijn blijven zitten van school gestuurd en kon aan het werk voor dertig gulden in de week. Volgde 's avonds een cursus praktijkdiploma boekhouden. Lezen was al heel vroeg zijn grote passie, dat was vele malen leuker dan studeren en dus kwam er van dat laatste maar weinig terecht. Na o.a. de Vijf, de Kameleon, Pim Pandoer, Arendsoog en Oudhollandse zeevaartboeken werd al gauw Rik Robbers ontdekt en daarna was hij verkocht. Sciencefiction, dat was het. Op twaalfjarige leeftijd was de plaatselijke jeugdbibliotheek uitgelezen en kreeg hij dispensatie voor de volwassenen afdeling. Daar ging een wereld voor hem open. Asimov, Anderson, Clarke, Russell, van Vogt en vooral Jack Vance en noem maar op werden ontdekt en verslonden. Binnen drie jaar was ook die bron uitgeput en begon hij zijn eigen verzameling op te bouwen. Op zeventienjarige leeftijd werkte hij inmiddels bij een Philipsbedrijf in een waardeloze baan op een waardeloze afdeling met een waardeloze autoritaire baas en mocht al na elf maanden bij een reorganisatie vertrekken. Zij blij, hij blij. Bij het afscheid zat een gratis tweedaagse beroepskeuze test waaruit bleek, tot zijn eigen grote verbazing, dat hij meer dan geschikt zou zijn voor een baan in de journalistiek. Daar dacht hij even over na, pakte zijn koffertypemachine en begon te schrijven. Tientallen verhalen, een boek (opgestuurd zelfs naar Ridderhof, die het ongeopend) retourneerde en een vijftal Perry Rhodanachtige deeltjes. Dat was dan dat. Diensttijd volgde en stappen en meisjes en brommers en vakantie. Alleen nog tijd om te lezen. Werkte inmiddels bij het bedrijf waar hij nu nog steeds (op een kleine IT afdeling) werkt. Trouwde in 1981 met Hetty en kreeg twee dochters, Wendy en Susan. Begon in 1984 met de ‘Spaciale Aanbieding’ rond te sturen, een lijst tweedehands SF, Fantasy en Horror die hij zelf kocht op markten en beurzen en doorverkocht om wat geld bij te verdienen en daarmee zijn hobby te kunnen onderhouden. In 1985 begon hij voorzichtig en primitief met SFLEXICON een vervolg op Fantasfeer (Uitgegeven door Meulenhoff in 1979 met een paar aanvullingen in de jaren daarna verzorgd door het NCSF), waarbij het in 1986 een stuk serieuzer werd toen zijn vriend Jan Meeuwesen zich ermee begon te bemoeien en wat in 2000 zijn hoogtepunt bereikte met de uitgave van FANDATA (in eigen beheer) waarin alle fantastische lectuur (tot dan toe bekend (wel 25.000 titels) in het Nederlands verschenen was, opgenomen was en 832 pagina’s telde. Eind jaren ’80 en begin jaren ’90 was de schrijverij herontdekt en begonnen zijn verhalen te verschijnen in Holland SF, de SF-Gids van Eddy Bertin, SF Terra, Fantastische Vertellingen en Rakis. Ook gaf hij samen met Jan een boekje ‘Eersteling’ in eigen beheer en eigen productie uit, waarin de eerste verhalen van abonnees van de Spaciale Aanbieding waren opgenomen. Het schrijven stopte weer toen zijn werk steeds meer van zijn creativiteit begon te vergen. In 2004 echter, ter gelegenheid van het twintig jarige bestaan van de ‘Spaciale’, besloot hij een aantal van die oude verhalen te herschrijven en in de Spaciale Aanbieding te publiceren. Dat sloeg zo aan dat nieuwe verhalen spontaan weer omhoog begonnen te borrelen. Een en ander resulteerde in het winnen van de derde prijs in de verhalen wedstrijd van het Eindhovens Dagblad in 2005 en acceptatie van andere verhalen in voorlopig Holland SF en Pure Fantasy. Momenteel probeert hij een twaalftal verhalen tegelijk te schrijven en werkt ook aan SF novelle (wat misschien wel boek word) en ziet het winnende verhaal van de krant als start van een verhalenserie. Ook werkt hij samen met inmiddels vijf mensen aan een elektronische versie van FANDATA die hopelijk binnen niet al te lange tijd zal moeten verschijnen. Op CD of via Internet, dat is nog niet duidelijk. Door al die activiteiten blijft er maar heel weinig tijd over om, waar het in eerste instantie mee begonnen was, lekker in een boek te duiken. Hij verzucht wel eens dat er minstens 24 uur te weinig in een dag zit. Had zijn hoop gevestigd om met 57 jaar in de VUT te kunnen om dan eens lekker aan het werk te gaan, maar dat lijkt inmiddels 62 jaar geworden te zijn. Daarom heeft hij zich voorgenomen om minimaal 150 jaar oud te worden. Anders is het onmogelijk om alles nog te doen wat er nog te doen is. Co-auteurs: Paul van Leeuwenkamp
+
Copyright foto's Jos Lexmond en met toestemming van Jos Lexmond geplaatst.
 +
 
 +
Geboren te Linschoten, Utrecht. Jos is de oudste zoon van Siem Lexmond, schoenmaker en Rie Hoonhout, huisvrouw. Verhuisde op vijfjarige leeftijd met het gezin naar Geldrop. Doorliep daar de basisschool en de eerste twee jaren van de MULO. Werd na tweemaal te zijn blijven zitten van school gestuurd en kon aan het werk voor dertig gulden in de week. Volgde 's avonds een cursus praktijkdiploma boekhouden.  
 +
 
 +
Lezen was al heel vroeg zijn grote passie, dat was vele malen leuker dan studeren en dus kwam er van dat laatste maar weinig terecht. Na o.a. de Vijf, de Kameleon, Pim Pandoer, Arendsoog en Oudhollandse zeevaartboeken werd al gauw Rik Robbers ontdekt en daarna was hij verkocht. Sciencefiction, dat was het. Op twaalfjarige leeftijd was de plaatselijke jeugdbibliotheek uitgelezen en kreeg hij dispensatie voor de volwassenen afdeling. Daar ging een wereld voor hem open. Asimov, Anderson, Clarke, Russell, van Vogt en vooral Jack Vance en noem maar op werden ontdekt en verslonden. Binnen drie jaar was ook die bron uitgeput en begon hij zijn eigen verzameling op te bouwen. Op zeventienjarige leeftijd werkte hij inmiddels bij een Philipsbedrijf in een waardeloze baan op een waardeloze afdeling met een waardeloze autoritaire baas en mocht al na elf maanden bij een reorganisatie vertrekken. Zij blij, hij blij. Bij het afscheid zat een gratis tweedaagse beroepskeuze test waaruit bleek, tot zijn eigen grote verbazing, dat hij meer dan geschikt zou zijn voor een baan in de journalistiek. Daar dacht hij even over na, pakte zijn koffertypemachine en begon te schrijven. Tientallen verhalen, een boek (opgestuurd zelfs naar Ridderhof, die het ongeopend) retourneerde en een vijftal Perry Rhodanachtige deeltjes. Dat was dan dat. Diensttijd volgde en stappen en meisjes en brommers en vakantie. Alleen nog tijd om te lezen. Werkte inmiddels bij het bedrijf waar hij (op een kleine IT afdeling) als systeembeheerder/programmeur tot aan zijn pensioen werkte. Trouwde in 1981 met Hetty en kreeg twee dochters, Wendy en Susan. Begon in 1984 met de ‘Spaciale Aanbieding’ rond te sturen, een lijst tweedehands SF, Fantasy en Horror die hij zelf kocht op markten en beurzen en doorverkocht om wat geld bij te verdienen en daarmee zijn hobby te kunnen onderhouden. In 1985 begon hij voorzichtig en primitief met SFLEXICON een vervolg op Fantasfeer (Uitgegeven door Meulenhoff in 1979 met een paar aanvullingen in de jaren daarna verzorgd door het NCSF), waarbij het in 1986 een stuk serieuzer werd toen zijn vriend Jan Meeuwesen zich ermee begon te bemoeien en wat in 2000 zijn hoogtepunt bereikte met de uitgave van FANDATA (in eigen beheer) waarin alle fantastische lectuur (tot dan toe bekend (wel 25.000 titels) in het Nederlands verschenen was, opgenomen was en 832 pagina’s telde. Eind jaren ’80 en begin jaren ’90 was de schrijverij herontdekt en begonnen zijn verhalen te verschijnen in Holland SF, de SF-Gids van Eddy Bertin, SF Terra, Fantastische Vertellingen en Rakis. Ook gaf hij samen met Jan een boekje ''Eersteling'' in eigen beheer en eigen productie uit, waarin de eerste verhalen van abonnees van de Spaciale Aanbieding waren opgenomen. Het schrijven stopte weer toen zijn werk steeds meer van zijn creativiteit begon te vergen. In 2004 echter, ter gelegenheid van het twintig jarige bestaan van de ‘Spaciale’, besloot hij een aantal van die oude verhalen te herschrijven en in de Spaciale Aanbieding te publiceren. Dat sloeg zo aan dat nieuwe verhalen spontaan weer omhoog begonnen te borrelen. Een en ander resulteerde in het winnen van de derde prijs in de verhalen wedstrijd van het Eindhovens Dagblad in 2005 en acceptatie van andere verhalen in voorlopig Holland SF en Pure Fantasy. Op het hoogtepunt probeerde hij een twaalftal verhalen tegelijk te schrijven en werkt ook aan SF novelle (wat nooit een boek werd) en zag het winnende verhaal van de krant als start van een verhalenreeks. Met ''Van liefde en andere dingen die voorbijgaan'', behaalde hij de 4e plaats van de Paul Harlandprijs 2009. Daarna sloeg het noodlot toe. Hij kreeg de diagnose endeldarmkanker. Een operatie volgde en ook een writersblock. Sindsdien krijgt hij geen verhaal meer op papier en stapte over op het schrijven van recensies. Na lang zoeken is het gelukt om de FANDATA op het net te krijgen. Sinds 2022 is de grootste bibliografie van het fantastische door iedereen op www.fandata.nl te raadplegen. Werd in 2023 bekroond met de Bemoste Beeldprijs. Co-auteur: [[Persoon/2401|Paul van Leeuwenkamp]]
ws-page-props
Regel 10: Regel 10:
 
|LandGeboren=Nederland
 
|LandGeboren=Nederland
 
|LandOverleden=
 
|LandOverleden=
|Pic=lexmond_jos.jpg
+
|Pic=Lexmond-jos-81156-1694294489.jpg
 
|ID=2441
 
|ID=2441
 
|NaamNr=1
 
|NaamNr=1

Huidige versie van 17 dec 2023 om 00:33

Copyright foto's Jos Lexmond en met toestemming van Jos Lexmond geplaatst.

Geboren te Linschoten, Utrecht. Jos is de oudste zoon van Siem Lexmond, schoenmaker en Rie Hoonhout, huisvrouw. Verhuisde op vijfjarige leeftijd met het gezin naar Geldrop. Doorliep daar de basisschool en de eerste twee jaren van de MULO. Werd na tweemaal te zijn blijven zitten van school gestuurd en kon aan het werk voor dertig gulden in de week. Volgde 's avonds een cursus praktijkdiploma boekhouden.

Lezen was al heel vroeg zijn grote passie, dat was vele malen leuker dan studeren en dus kwam er van dat laatste maar weinig terecht. Na o.a. de Vijf, de Kameleon, Pim Pandoer, Arendsoog en Oudhollandse zeevaartboeken werd al gauw Rik Robbers ontdekt en daarna was hij verkocht. Sciencefiction, dat was het. Op twaalfjarige leeftijd was de plaatselijke jeugdbibliotheek uitgelezen en kreeg hij dispensatie voor de volwassenen afdeling. Daar ging een wereld voor hem open. Asimov, Anderson, Clarke, Russell, van Vogt en vooral Jack Vance en noem maar op werden ontdekt en verslonden. Binnen drie jaar was ook die bron uitgeput en begon hij zijn eigen verzameling op te bouwen. Op zeventienjarige leeftijd werkte hij inmiddels bij een Philipsbedrijf in een waardeloze baan op een waardeloze afdeling met een waardeloze autoritaire baas en mocht al na elf maanden bij een reorganisatie vertrekken. Zij blij, hij blij. Bij het afscheid zat een gratis tweedaagse beroepskeuze test waaruit bleek, tot zijn eigen grote verbazing, dat hij meer dan geschikt zou zijn voor een baan in de journalistiek. Daar dacht hij even over na, pakte zijn koffertypemachine en begon te schrijven. Tientallen verhalen, een boek (opgestuurd zelfs naar Ridderhof, die het ongeopend) retourneerde en een vijftal Perry Rhodanachtige deeltjes. Dat was dan dat. Diensttijd volgde en stappen en meisjes en brommers en vakantie. Alleen nog tijd om te lezen. Werkte inmiddels bij het bedrijf waar hij (op een kleine IT afdeling) als systeembeheerder/programmeur tot aan zijn pensioen werkte. Trouwde in 1981 met Hetty en kreeg twee dochters, Wendy en Susan. Begon in 1984 met de ‘Spaciale Aanbieding’ rond te sturen, een lijst tweedehands SF, Fantasy en Horror die hij zelf kocht op markten en beurzen en doorverkocht om wat geld bij te verdienen en daarmee zijn hobby te kunnen onderhouden. In 1985 begon hij voorzichtig en primitief met SFLEXICON een vervolg op Fantasfeer (Uitgegeven door Meulenhoff in 1979 met een paar aanvullingen in de jaren daarna verzorgd door het NCSF), waarbij het in 1986 een stuk serieuzer werd toen zijn vriend Jan Meeuwesen zich ermee begon te bemoeien en wat in 2000 zijn hoogtepunt bereikte met de uitgave van FANDATA (in eigen beheer) waarin alle fantastische lectuur (tot dan toe bekend (wel 25.000 titels) in het Nederlands verschenen was, opgenomen was en 832 pagina’s telde. Eind jaren ’80 en begin jaren ’90 was de schrijverij herontdekt en begonnen zijn verhalen te verschijnen in Holland SF, de SF-Gids van Eddy Bertin, SF Terra, Fantastische Vertellingen en Rakis. Ook gaf hij samen met Jan een boekje Eersteling in eigen beheer en eigen productie uit, waarin de eerste verhalen van abonnees van de Spaciale Aanbieding waren opgenomen. Het schrijven stopte weer toen zijn werk steeds meer van zijn creativiteit begon te vergen. In 2004 echter, ter gelegenheid van het twintig jarige bestaan van de ‘Spaciale’, besloot hij een aantal van die oude verhalen te herschrijven en in de Spaciale Aanbieding te publiceren. Dat sloeg zo aan dat nieuwe verhalen spontaan weer omhoog begonnen te borrelen. Een en ander resulteerde in het winnen van de derde prijs in de verhalen wedstrijd van het Eindhovens Dagblad in 2005 en acceptatie van andere verhalen in voorlopig Holland SF en Pure Fantasy. Op het hoogtepunt probeerde hij een twaalftal verhalen tegelijk te schrijven en werkt ook aan SF novelle (wat nooit een boek werd) en zag het winnende verhaal van de krant als start van een verhalenreeks. Met Van liefde en andere dingen die voorbijgaan, behaalde hij de 4e plaats van de Paul Harlandprijs 2009. Daarna sloeg het noodlot toe. Hij kreeg de diagnose endeldarmkanker. Een operatie volgde en ook een writersblock. Sindsdien krijgt hij geen verhaal meer op papier en stapte over op het schrijven van recensies. Na lang zoeken is het gelukt om de FANDATA op het net te krijgen. Sinds 2022 is de grootste bibliografie van het fantastische door iedereen op www.fandata.nl te raadplegen. Werd in 2023 bekroond met de Bemoste Beeldprijs. Co-auteur: Paul van Leeuwenkamp