Sedert Freud weten we dat er heel wat sadistische wreedheid en erotiek verscholen zitten achter schijnbaar onschuldige sprookjes. Boon koos het werk van de gebroeders Grimm tot uitgangspunt voor zijn intriges van 'grimmige sprookjes voor verdorven kinderen', waarin hij op onverhulde wijze de onderhuidse erotiek, die in symboliek vermomde driften, sadistische en andere wrede trekjes aan het daglicht brengt. Alle essentiële elementen van het authentieke sprookje vinden we overigens bij Boon óók terug: de franke, eerlijke volkshumor, de vermetele, onbeschaamde spotternijen, het veroverende laconisme, de verrassende fantasie, de beeldende kracht, de uiterste kortheid van de oude sprookjes - wel eens 'monumenten van de volksverbeelding' genoemd - heeft Boon naar taal, inhoud en vorm vastgehouden en tegelijk virtuoos gevarieerd en gemoderniseerd.