De auteur, Arthur C. Clarke, is enige jaren voorzitter geweest van de British Interplanetary Society. Hij publiceerde o.m. het boek dat in de Nederlandse vertaling 'Expedities naar Planeten' heet en dat nog steeds geldt als een van de beste populair-wetenschappelijke werken op ruimtevaartgebied. Daarnaast schreef hij verschillende science-fiction romans en verhalen; van zijn romans werd 'Childhood's End' het meest bekend. Het werd door verschillende critici beschouwd als het klassieke werk in zijn soort. De verhalenbundel 'In het witte hert', die men een raamvertelling zou kunnen noemen omdat de hoofdpersoon en de plaats van handeling in alle verhalen dezelfde zijn, is op ietwat ongewone wijze tot stand gekomen. Clarke schreef de vijftien verhalen, die de inhoud van het boek vormen, met sterk uiteenlopende tussenpozen gedurende reizen, die hij maakte door de Verenigde Staten, Ceylon, en Australië en voorts in zijn woonplaats Londen. Over het algemeen zijn Clarke's romans en verhalen in ernstige toon gehouden, maar toen hij bemerkte, dat de kritiek zich op het standpunt pleegt te stellen, dat science-fiction en humor niet samengaan, werd dat voor hem een prikkel om het tegendeel te bewijzen. Dat bewijs heeft hij ten volle geleverd. De verhalen van deze bundel vloeien over van geest en humor. Dat maakt ze ook voor lezers, die geen bijzondere voorkeur hebben voor science-fiction, zo te genieten.