De Nederlandse auteur Bert JAPIN is geen onbekende voor onze Reinaertlezers. Mogen wij er even aan herinneren dat de jury van de Literaire Reinaert prijzen hem in 1967 de prijs voor beste speurdersverhaal heeft toegekend en dat het bekroonde werk De laatste druppel in onze Romanreeks als 188ste deel opgenomen werd? Helaas, nog voor het meesterlijke Moord in de Hellekrocht als 204ste deel gepubliceerd werd, overleed deze talentvolle auteur, wat een zwaar verlies betekende voor het speurdersgenre waarvan in Nederland een der knapste vertegenwoordigers was.

De hondse moordenaar dat nu aan onze lezers aangeboden wordt is dan ook het derde boek en tevens een postuum werk van de meesterverteller Bert JAPIN.

Sinds enige jaren zijn de verhalenbundels 'in', ook in de Nederlandse letteren, zowel deze van het Noorden als deze van het Zuiden. Ook in het speurdersgenre is het verhaal op het voorplan getreden, vooral dan in de Angelsaksische landen, doch ook in Nederland waar o.m. het maandblad 'Pulp" uitsluitend misdaadverhalen - in de brede zin van het woord - publiceert.

Bert JAPIN heeft zijn sterk talent ingezet om dit nieuwe genre tot bloei te brengen. Hij is er voortreffelijk in geslaagd, wat onze lezers ervaren zullen bij de lectuur van de negen onuitgegeven verhalen die in dit boek opgenomen werden. De auteur van De hondse moordenaar heeft bewezen dat het misdaadverhaal enorm geschakeerd is en veel rijker dan men in Nederland en in Vlaanderen schijnt te bevroeden.

In deze verhalenbundel komen zuivere deductieverhalen voor, ook gewone en psychologische thrillers met of zonder deductie-element; verder hard-boiled verhalen en zelfs speurdersverhalen in het kader van de science-fiction literatuur, alsook een tragisch komisch verhaal met misdadige inslag.

Liefhebbers van speurdersromans -en wie is dit niet? - zullen deze sterk gevarieerde en boeiende verhalen ongetwijfeld hoog aanslaan.