Geboren te Oostende, West-Vlaanderen. Jan Simoen was een Vlaamse schrijver van jeugdboeken. Groeide op in Middelkerke, aan de Belgische kust. Als kind las hij het liefst de avonturenverhalen van schrijvers als Karl May (Winnetou en Old Shatterhand) en Jules Verne (20.000 mijlen onder zee). Verhuisde in 1975 naar Vlaams-Brabant (Leuven). Studeerde Romaanse talen en Communicatiewetenschappen aan de KULeuven en gaf van 1976 tot 2011 Franse les aan Leuvense jongeren (15-18 j.) en deed dat zeer graag. Werkte in de jaren ’80 regelmatig als toneelfotograaf en maakte zo kennis met regisseur Guy Cassiers, tegenwoordig artistiek leider van het Toneelhuis, die hem aanmoedigde om te gaan schrijven. Dat leidde tot een eerste toneelstuk, Polaroid, opgevoerd in 1989. Zijn eerste roman voor adolencenten Met mij gaat alles goed werd bekroond met een Boekenwelp 1997. Hoewel hij zich de laatste jaren meer op het schrijven van proza toelegde (kinderboeken, jeugdromans én zo’n 250 korte verhalen voor kinderen), bleef Jan Simoen ook voor het theater werken. Hij had twee kinderen: Ellen (1985) en Hendrik (1987). Hield van fotograferen, van het strand in de winter, van mosselen met friet, van Engelse politieseries op Canvas, van oude zwartwitfilms op zaterdagmiddag, van zingen en van het park van Tervuren. En van muziek natuurlijk, heel veel muziek. Maar hij hield niet van de bergen, geef hem maar een zachte glooiing, of beter nog: de zee. In 2010 werd kanker bij hem vastgesteld. In februari 2012 zette hij Kanker4Life op, waarmee hij wilde aantonen dat ook mensen met kanker nog energiek en genereus genoeg zijn om anderen in nood te helpen. Vlak voor Simoens dood verscheen De nacht van 2 april (2012), met als setting de Vlaamse badplaats Middelkerke. Dit boek wilde Simoen, die al twee jaar ziek was, nog graag publiceren. Overleden aan de gevolgen van kanker te Leuven, Vlaams-Brabant.