Geboren in Amsterdam. Zijn vader was arts en later belastingopziener van Amsterdam en Het Gooi en beoefende als liefhebberij de dichtkunst. Willem Bilderdijk leed vanaf zijn derde aan hoofdpijn en op zijn zesde raakte zijn linkervoet blijvend misvormd na een trap van een paard. Hierdoor was hij genoodzaakt thuis te blijven en bracht zijn tijd door met lezen en studeren. Bovendien werkte hij als boekhouder op het kantoor van zijn vader. In 1780 ging hij rechten studeren in Leiden, promoveerde na twee jaar en vestigde zich als advocaat in Den Haag, In 1787 werd hij rechtskundig adviseur van Prins Willem V. Toen de Fransen in 1795 de macht in ons land overnamen, weigerde hij de eed van trouw af te leggen en werd hij het land uitgewezen. Na verschillende tussenstops belandde hij in Londen, alwaar hij de kost probeerde te verdienen met lesgeven en vertalen. Toen hij in 1806 ontslagen werd van de verplichting de eed af te leggen, keerde hij terug naar Holland en ging in Leiden wonen. Daarna was hij enige tijd leermeester in de Nederlandse taal van Koning Lodewijk Napoleon. In 1814 werd hij benoemd tot auditeur-militair van Amsterdam met een jaarlijkse uitkering. In 1817 werd hij privé-docent geschiedenis, Nederlands en staatsrecht in Leiden en schreef veel. In 1827 verhuisde hij naar Haarlem waar hij 4 jaar later stierf.