Geboren te Gouda, Zuid-Holland. Leo Vroman was een Nederlands-Amerikaans dichter, (toneel)schrijver, tekenaar, schilder, bioloog en hematoloog. Zijn ouders zijn beide van Joodse afkomst en werkten in het onderwijs. Zijn vader, Samuel, gaf les op het Rijks HBS als docent mechanica en natuurkunde. Leo zijn moeder, Anna, was ook een docent. Zij onderwees het vak wiskunde. Leo groeide op in een hecht gezin, waarin ze over vele onderwerpen gesprekken voerden. Vooral kunst, literatuur en wetenschap stonden vaak centraal. Het Joodse gezin leefde niet volledig volgens de joodse geloofsovertuiging, maar vierden wel alle joodse feesten. De vader van Leo kreeg hierdoor als docent de bijnaam ‘de Jood’. Vroman woonde tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog aan de Krugerlaan 87 in Gouda. Hij studeerde, na de Rijks-HBS in Gouda, van 1932 tot 1940 biologie in Utrecht. Tijdens zijn studie leerde hij Albert Alberts, Kees Stip en Anton Koolhaas kennen op studentenvereniging Unitas. Met zijn vriend Anton Koolhaas maakte hij voor de Tweede Wereldoorlog strips voor kranten. Studeerde van 1932 tot 1940 biologie te Utrecht. Na de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 vertrok Vroman op 14 mei met een taxi vanuit Utrecht naar Scheveningen. Onderweg deed hij zijn ouderlijk huis in Gouda aan en nam hij afscheid van zijn ouders, die een paar honderd gulden en zijn paspoort hadden klaargelegd. Met een zeilboot wist Vroman naar Engeland te ontkomen. Vandaar reisde hij naar Nederlands-Indië. In Batavia voltooide hij zijn studie. Toen de Japanners Nederlands-Indië binnenvielen, werd Vroman geïnterneerd en verbleef in verschillende jappenkampen (onder andere in Bandoeng, Tjilatjap, Batavia en Singapore). In november 1943 werd hij per boot overgebracht naar een kamp in Osaka. Hij kwam er in de droogdokken te werken. Een zware longontsteking en een Schotse medegevangene redden hem daar het leven. Toen hij dankzij de Schot in een ziekenhuis werd opgenomen, werd de barak waar hij normaal gesproken verbleef, getroffen door een brandbom. Ook in Nagaoka verbleef hij in een kamp. Na de Tweede Wereldoorlog, toen hij na zijn gevangenschap in Manilla verbleef, wilde de Nederlandse overheid hem als soldaat naar Nederlands-Indië sturen. Hij weigerde en op advies van een oom vertrok hij naar de Verenigde Staten, waar hij in New York terechtkwam en werkte als wetenschappelijk onderzoeker (hematoloog) op het gebied van de bloedstolling. In maart 1942 door Japanners gevangen genomen, in 1945 bevrijd in Japan, waar hij was ondergebracht in werkkampen in Osaka en Nagaoka. Vroman trouwde op 10 september 1947 met de antropologe Tineke Sanders, met wie hij sinds 1938 verloofd was geweest. Vanwege de oorlog hadden zij elkaar jarenlang niet gezien. Ze kregen twee dochters: Geraldine in 1950 en Peggy Ann in 1952. Vanaf 1951 was Vroman Amerikaans staatsburger. In de Verenigde Staten had hij heimwee naar Holland. Dit bracht hem tot de – intussen gevleugelde en veel geciteerde – woorden: 'Liever heimwee dan Holland.' Werd deskundige in de bloedfysiologie - promoveerde in 1958 aan de Universiteit van Utrecht. Kreeg in 1965 de Prijs van het Kunstenaarsverzet en de PC Hooftprijs. In 2009 werd een documentaire over het echtpaar Vroman gemaakt: Soms is liefde eeuwig. Op 10 april 2013, de dag dat hij 98 jaar oud werd, schreef hij voor de website van HP/De Tijd een blog over herinneringen aan eerdere verjaardagen. Behalve dichter was Vroman bioloog, tekenaar, joods, eigenzinnig, nieuwsgierig en geestig. Overleden te Fort Worth, Texas, Verenigde Staten. Zijn vrouw Tineke volgt in december 2015.