Geboren te Drachten, Smallingerland, Friesland. Lammie Post-Oostenbrink is een Nederlandse vertaler. Na het vwo ging ze in Groningen Scandinavische talen en hun cultuur studeren, met als hoofdtaal Deens. Tijdens haar studie heeft ze ook nog een jaar aan de universiteit van Odense gestudeerd, in het kader van het Erasmus-uitwisselingsprogramma. Na haar studie bleek het vinden van een baan, begin jaren negentig, lastiger dan ze had gedacht en omdat het kon, heb ze bij Schoevers de eenjarige opleiding voor directiesecretaresse gedaan.
Uiteindelijk bleef ze bij een advocatenkantoor hangen, en volgde ze ook nog de avondcursus voor juridisch secretaresse, want een beetje meer kennis van het reilen en zeilen in de juridische wereld is nooit weg. Na de geboorte van haar eerste zoon is ze opgehouden met werken en zijn ze verhuisd naar Assen. Ze speelde in die tijd al met het idee om vertaler te worden, maar ze wist absoluut niet hoe ze dit het beste kon aanpakken; hoe krijg je een voet tussen de deur en waar zet je die voet tussen de deur?
Toen haar tweede zoon naar de basisschool ging, nam een oud-medestudent en goede vriend, Kor de Vries, die al vertaler Deens was, contact met haar op. Hij zocht iemand met verstand van Deens die zijn vertalingen wilde doorlezen voordat ze naar de uitgever gingen. Dat aanbod nam ze aan en toen hij vervolgens in 2011 een vertaalmaatje nodig had, kwam hij als vanzelfsprekend bij haar uit. Sindsdien hebben ze al vijf duo-vertalingen afgeleverd. Haar eerste (co) vertaling was De jongen in de koffer van Lene Kaaberbøl en Agnete Friis, het eerste boek in de trilogie over verpleegkundige Nina Borg.
Voor haar werk gaat ze in elk geval een keer per jaar naar Denemarken, meestal in november naar BogForum, de boekenbeurs in Kopenhagen. Daar ontmoet ze dan collega-vertalers Deens uit allerlei landen (van Japan, Rusland, Griekenland, Frankrijk tot aan de VS), die allemaal door het Deense Kunstfonds zijn uitgenodigd. Ze bezoeken dan diverse uitgevers die hun boeken aanprijzen en we kunnen ‘onze’ schrijvers aan het werk zien. Vertaalwerk is best eenzaam en het is heel leuk om met mensen te kunnen praten die met precies hetzelfde boek bezig zijn als jij, het schept toch een band!
Naast haar vertaalwerk is ze actief bij de speelotheek in Assen. Een speelotheek kun je het beste vergelijken met een bibliotheek maar dan voor speelgoed. Je wordt lid van de speelotheek en dan mag je drie weken lang speelgoed mee naar huis nemen om mee te spelen. Heel leuk werk. In de speelotheek is ze verantwoordelijk voor het inkopen van het speelgoed. Verplicht spelen dus! Thuis heeft ze een verzameling bijzondere Lego en een paar Duitse Playmobil ‘beroemdheden’: schilder Albert Dürer en Martin Luther. In Duitsland is er een hele serie van (Goethe, Beethoven enz.) en ze hoopt haar verzameling de komende jaren flink te kunnen uitbreiden.
Met haar Museumjaarkaart in de ene hand en haar OV-kaart in de andere reist ze graag naar een van de vele prachtige musea die ons land rijk is. Soms voor research, maar meestal gewoon voor de ontspanning. Haar favoriete Nederlandse musea zijn het Drents Museum in Assen, het Groninger Museum, GRID (Grafisch museum Groningen) en museum Catherijneconvent in Utrecht.