Geboren te Amsterdam, Noord-Holland. Carel Willem Voges was een Nederlands illustrator, striptekenaar en schrijver. Groeide op in de wijk Betondorp, vlak bij het Ajax-stadion. Zijn broer Wim Voges werd later journalist/redacteur bij het weekblad Revue. Hun buren waren de toekomstige romanschrijvers Gerard Reve en Karel van het Reve. De jonge Carol toonde al vroeg interesse in tekenen, grotendeels geïnspireerd door zijn vader, een amateurkunstenaar en schilder. Zijn ouders moedigden de artistieke ambities van hun zoon aan en brachten veel zondagen met hem door in het Amsterdamse Rijksmuseum, waar ze naar de oude meesters keken. Toch bleef Voges grotendeels een autodidact. Tussen 1938 en 1939 volgde hij een illustratiecursus aan het Rec's Tekeninstituut, wat zijn enige formele artistieke opleiding zou zijn. Hij was een van de meest vooraanstaande kinderboekenillustratoren van zijn tijd. Ontwikkelde al vroeg belangstelling voor tekenen. Een van de projecten waaraan Voges werkte, was een reclamefilm voor de Nederlandse Spoorwegen, Pierus Peddelaar (1942), geregisseerd door Lou den Hartogh en maakte hij ook satirische tekeningen voor het verzet.

Carol Voges begon zijn striploopbaan bij Joop Geesink. Bij de Toonder Studio's tekende hij onder andere mee aan de Tom Poesstrips. Voges maakte ook omslagen voor bladmuziek. Kort na de oorlog illustreerde Voges Pa Pinkelman en tante Pollewop, een strip die werd geschreven door Godfried Bomans en van 1945 tot 1952 verscheen in de Volkskrant. De strip kende een grote populariteit vanwege Bomans' absurde verhalen, waarin hoogwaardigheidsbekleders en politici regelmatig gastoptredens maakten. Voges maakte in de trein op de achterkant van een envelop de eerste ontwerpen van Pa Pinkelman en zijn mollige vrouw Tante Pollewop, naar het voorbeeld van zijn eigen ouders en werkte ook mee aan de tv-bewerking van Pa Pinkelman in 1976-1977.

In 1943 assisteerde Voges bij Toonders krantenstrip Tom Poes, die al twee jaar in De Telegraaf liep. Samen met Corrie Hazendonk en Wim Lensen verzorgde hij het tekenwerk voor Toonders verhalen, te beginnen met Heer Bommel en de Bergmensen (1943). Later dat jaar kreeg Toonder een longontsteking en moest hij het schrijven en tekenen van zijn strip overlaten aan zijn assistenten. De jonge Voges verzorgde zowel de tekst als de potloodtekeningen voor Tom Poes en De Bommelschat (1943) en Tom Poes en de Schat op de Zeebodem (1943), terwijl Lensen de inktwerkzaamheden deed. Toonder schrapte deze twee verhalen later uit de officiële reeks, omdat het de enige afleveringen waren waaraan hij nauwelijks had meegewerkt. Voges, Hazendonk en Lensen werkten mee aan de productie van Tom Poes in de krant De Telegraaf totdat de serie in november 1944 werd stopgezet. Op 15 november 1944 verscheen het eerste nummer van de illegale krant Metro. Het werd gedistribueerd door D.A.V.I.D., een ondergrondse drukkerij, gehuisvest in de "tweede divisie" van de Toonder Studio. Naast Henk Kabos, Hans Kresse, Wim van Wieringen en Toonder was Voges een van de vaste cartoonisten van Metro.

Vanaf de jaren vijftig illustreerde hij een aantal series van kinderboeken, geschreven door Henri Arnoldus, waaronder de Pietje Puk-serie en Oki en Doki. Hij was een vooraanstaand striptekenaar en illustrator voor de tijdschriften van De Spaarnestad, met name het tekenen van de titelstrip van Sjors (1954-1963) in de beginjaren. Vaak anoniem maar direct herkenbaar, verscheen Voges' kunst ook in tijdschriften als Kris-Kras, Olidin, Okki, Donald Duck, De Flintstones, Bobo, Taptoe en Sesamstraat.

Bij Uitgeverij de Eekhoorn werd hij de "huis-illustrator" en illustreerde hij talloze boeken en hun omslagen.

Voges woonde het grootste deel van zijn werkzame leven in Bussum en Soest, maar bracht zijn laatste jaren door in het Rosa Spier Huis in Laren, een bejaardentehuis voor oudere kunstenaars en wetenschappers. In zijn latere jaren maakte Voges ook stillevens en non-figuratieve schilderijen en sculpturen. Hij bleef tot het einde actief.

Overleden te Laren, Noord-Holland. In Almere zijn twee straten vernoemd naar Pa Pinkelman en Tante Pollewop, terwijl een pad naar Voges zelf is vernoemd, als onderdeel van de Stripheldenwijk.

Co-auteurs: Herman J. Looman, Arnold Goosen