Over de chagrijnige onderwijzer Koch. Koch woont vanwege de gezondheid van zijn vrouw in een klein kustplaatsje. Hij veracht de dorpsmentaliteit
Ook op de school waar hij werkzaam is acht Koch zich vele malen hoger dan zijn collega’s of zijn directeur, ‘een stuk elastiek waar de rek uit is, een slappeling die dankzij een volslagen gebrek aan temperament met het leven verzoend was en dankzij een aanzienlijk gebrek aan benul door collega’s als geschikt voor zijn positie werd bevonden’. Koch heeft het dan ook moeilijk, als briljante eenling. Hij probeert aansluiting te vinden bij andere hoogbegaafden, maar hoe hij ook zoekt, hij vindt er geen.
Een dergelijke aanleg maakt het onderwijzerschap, en dan nog bij een plattelandsbevolking, tot niet minder dan een kwelling. De verhouding met zijn collega’s verschilde niet principieel van die met de leerlingen. Ook in deze kleinere kring was hij qua persoonlijkheid de eerste, al gold officieel het schoolhoofd als zodanig.
Bij Koch rijpt een geniaal plan. Mensen zoals hij zouden in een aparte samenleving moeten wonen! Hij ontwerpt in het geheim, in zijn schuurtje, blauwdrukken voor een ondergrondse samenleving voor de elite, afgezonderd van het bovengrondse plebs. Hij noteert, steeds enthousiaster wordend, hele schema’s en registers van toekomstige bewoners, verdeeld over een blauwe kolom voor de elite en rode kolommen voor het gepeupel…