Jodie hoorde in het bosje achter zich een krakend geluid. Ze luisterde gespannen. Weer klonk er gekraak. ‘Wie is daar?’ roept ze met trillende stem. ‘Steef? Ben jij dat?’ Geen antwoord. ‘Steef, ik weet dat jij het bent,’ riep Jodie kwaad. Geen antwoord. Opeens gaf Jodie geschrokken een gil. In de schaduw van twee grote, oude bomen zag ze een gedaante. Een gedaante met een bleek, juten hoofd en een slappe hoed, boven twee griezelige ogen.