Geboren te Brooklyn, New York, New York City. Zijn ouders waren Joods. Was in zijn jeugd een soort wonderkind, hij las toen hij drie was, schreef verhalen toen hij zes was, Debuteerde als achtienjarige met de roman ‘Revolt On Alpha C’. Hij behaalde een BA in Engelse literatuur aan de Columbia University in 1956. Won op negentienjarige leeftijd in 1956 een Hugo Award als ‘De Meest Veelbelovende Jonge Auteur’. Dat jaar was Silverberg de auteur of co-auteur van vier van de zes verhalen in het augustusnummer van Fantastic, waarmee hij zijn record in het vorige nummer verbrak. De volgende vier jaar schreef hij, volgens zijn eigen telling, een miljoen woorden per jaar, voornamelijk voor tijdschriften en Ace Doubles. Hij gebruikte in deze periode zowel zijn eigen naam als een reeks pseudoniemen en werkte vaak samen met Randall Garrett, die destijds een buurman was. De samenwerking tussen Silverberg en Garrett gebruikten ook verschillende pseudoniemen, waarvan Robert Randall de bekendste is. Van 1956 tot 1959 publiceerde Silverberg gemiddeld vijf verhalen per maand, en alleen al in 1958 publiceerde hij meer dan 80 verhalen. In de jaren voor 1967 ontplooide hij een bijna krankzinnige productiviteit: opwindende recht-toe-recht-aan avonturenverhalen en boeken over verdwenen beschavingen, het Amerikaanse ruimtevaartprogramma, levende fossielen en archeologie galoppeerden in halsbrekend tempo van zijn typemachine. In 1959 stortte de markt voor sciencefiction ineen, en Silverberg richtte zijn vermogen om overvloedig te schrijven op andere gebieden, van historische non-fictie tot softcore-pornografie. Hij schreef een kwart miljoen woorden per maand onder veel verschillende pseudoniemen waaronder ongeveer 200 erotische romans gepubliceerd als Don Elliott. In het midden van de jaren zestig werd sciencefiction serieuzer en geavanceerder. Frederik Pohl, die toen drie sciencefictiontijdschriften uitgaf, bood Silverberg creatieve vrijheid om voor hen te schrijven. Silverberg bleef snel schrijven - Algis Budrys meldde in 1965 dat hij wekelijks minstens 50.000 woorden schreef en verkocht. Het keerpunt kwam in 1967 met ‘Thorn’. Vanaf die tijd daalde het tempo en werden zijn boeken steeds doordachter en dieper van toon. In het Galaxy - nummer van augustus 1967 publiceerde Silverberg een novelle van 20.000 woorden genaamd ‘Hawksbill Station’. Dit verhaal leverde Silverberg zijn eerste Hugo en Nebula Story Award-nominaties op.  Een uitgebreide nieuwe vorm van ‘Hawksbill Station’ werd het volgende jaar gepubliceerd. In 1969 werd ‘Nightwings’ bekroond met de Hugo voor beste novelle. Silverberg won in 1970 een Nebula-prijs voor het korte verhaal ‘Passengers’, twee het jaar daarop voor zijn roman ‘A Time of Changes’ en het korte verhaal ‘Good News from the Vatican’, en nog een andere in 1975 voor zijn novelle ‘Born with the Dead’. Na te hebben geleden onder de stress van een grote woningbrand en problemen met de schildklier, verhuisde Silverberg in 1972 van zijn geboorteland New York City naar de westkust en kondigde in 1975 aan dat hij zou stoppen met schrijven. In 1980 keerde hij terug met ‘Lord Valentine’s Castle’ , een panoramisch avontuur dat zich afspeelt op een buitenaardse planeet, dat de basis is geworden van de Majipoor-serie - een cyclus van verhalen en romans die zich afspeelt op de uitgestrekte planeet Majipoor, een wereld die veel groter is dan de aarde en bewoond door maar liefst zeven verschillende soorten kolonisten. In een interview in 2015 zei Silverberg dat hij niet van plan was nog meer fictie te schrijven. Silverberg ontving in 1986 een Nebula-prijs voor de novelle ‘Sailing to Byzantium’, dat zijn naam ontleent aan het gedicht van William Butler Yeats; een Hugo in 1987 voor de novelle ‘Gilgamesh in de Outback’, die zich afspeelt in het Heroes in Hell - universum van Bangsian Fantasy; een Hugo in 1990 voor ‘Enter a Soldier’. De Science Fiction and Fantasy Hall of Fame stelde Silverberg in 1999 in, de vierde klasse van twee overleden en twee levende schrijvers, en de Science Fiction and Fantasy Writers of America maakten hem tot de 21e SFWA-grootmeester in 2005. Silverberg is twee keer getrouwd geweest. Hij en Barbara Brown trouwden in 1956, gingen uit elkaar in 1976 en scheidden tien jaar later. Silverberg en sciencefictionschrijver Karen Haber trouwden in 1987. Ze wonen in de San Francisco Bay Area. Vóór de leeftijd van 30 was Silverberg onafhankelijk rijk door zijn investeringen en bezat ooit het voormalige herenhuis van de burgemeester van New York, Fiorello La Guardia. Co-auteurs: Asimov, Isaac; Garrett, Randall (Gordon)