Geboren te Assen, Drenthe. Maria Hendrika Jozina (Miep) Diekmann was een Nederlandse schrijfster van voornamelijk jeugdliteratuur en journaliste. Ze heeft een groot aantal jaren doorgebracht in Curaçao, waar haar vader commandant van de militaire politie was. Vanaf 1948 was ze vooral recensent van speelfilms voor de GPD-bladen en van jeugdliteratuur voor de Haagsche Courant en het Haarlems Dagblad. Bijna al haar boeken uit de beginperiode van haar schrijverschap zijn geïnspireerd op West-Indië en op de ongelijke verhoudingen tussen ‘meesters’ en ‘knechten’. Diekmanns vroege oeuvre bestaat uit meisjesboeken met niet al te grote diepgang, met titels als De boot vertrekt zonder Claartje en Annejet helpt een handje. Vanaf ongeveer 1960 schreef ze boeken die "lastige" onderwerpen zoals seksualiteit, discriminatie en politiek niet uit de weg gingen. In latere jaren richtte ze zich op het jongste publiek en schreef ze voor peuters en kleuters. Miep Diekmann vindt het belangrijk dat je in jeugdboeken over alles kunt praten. Thema’s als erotiek, dood, geweld, discriminatie en de maatschappij waarin we leven dienen zonder voorbehoud aan bod te komen. Ze won de kinderboekenprijs van het CPNB met De boten van de Brakkeput. De Duitse Staatprijs in 1964. De Nederlandse Staatsprijs voor Jeugdliteratuur in 1970, De Nienke van Hichtumprijs in 1975, Een Gouden Griffel in 1978. In 1990 stopte ze op doktersadvies met schrijven en publiceren. In 2006 werd Diekmann benoemd tot erelid van het International Board on Books for Young People (IBBY), een internationale onderscheiding die nooit eerder aan een Nederlander is verleend. Zij is getrouwd geweest, maar heeft uiteindelijk een welbewuste keus voor werken gemaakt: hun kinderen zijn bij haar man gebleven. Overleden te Scheveningen, Zuid-Holland.