Geboren te Rotterdam, Zuid-Holland. Pieter Jacob van Beest was een echte Nederlandse sprookjesverteller. Zijn ouders waren Leendert van Beest en Willemina Pieternella Kleijkamp.
"Er was er eens....". Zo beginnen de meeste sprookjes. Het levensverhaal van Pieter Jacob van Beest uit Velp zou eigenlijk ook zo kunnen beginnen. Het bijzondere van Pieter Jacob van Beest als sprookjesschrijver is wellicht dat hij zijn schrijverscarrière op luchtpostpapier begon. Jaren geleden, toen zijn kleinkinderen nog in Nederland woonden vertelde hij ze 's avonds voor het slapen gaan verhaaltjes. Meestal zelfbedachte sprookjes. Maar op een toegeven ogenblik gingen ze verhuizen naar Indonesië. Op het vliegveld vroegen ze hem: Opa hoe moet het nu met onze sprookjes? Hij dacht even na en zei toen: weet je wat, ik zal jullie er iedere week eentje sturen per luchtpost". En zo gebeurde het. In totaal zeven jaar achtereen schreef Opa van Beest iedere week een sprookje op luchtpostpapier voor zijn kleinkinderen in Indonesië.
Het eerste verhaal dat gepubliceerd werd heette Kaatje de Kip en werd afgedrukt in een kinderschrift. Al gauw daarna zag het eerste sprookje op papier het levenslicht: Jasper de fluitspeler. Daarna volgden de sprookjes elkaar snel op. Niet lang daarna waren de bundels en verhalen van Piet van Beest, zoals hij zich ging noemen allang geen onbekenden meer in de vaderlandse boekwinkels. Zo waren er: Wondersprookjes, De Witte Haneveer, De zilveren luit, De linnen Halsdoek, De koperen kandelaar, De prinses met het spinnewiel en nog enkele andere.
Hij trouwde op 15 oktober1920 met Hendrika Wilhelmina Albertina Reijerse uit Utrecht. Overleden te Velp, Gelderland.