Geboren te Zaltbommel, Gelderland. Gerben Hellinga jr. is een Nederlandse auteur is gepensioneerd psychiater en publiceerde naast vijf boeken op zijn vakgebied nog 30 andere titels: geschiedenisboeken, historische avonturenromans, kinderboeken en sciencefiction-romans. Zijn vader was huisarts. Kort na de Tweede Wereldoorlog verhuisde het gezin naar Amsterdam, waar Gerben naar het Vossius Gymnasium ging. Omdat hij van zijn ouders arts moest worden, ging hij medicijnen studeren. Tijdens zijn studietijd maakte hij een paar lange reizen. Liftend trok hij door Zuid- en Noord-Amerika, Afghanistan, Pakistan en Centraal-Afrika. In 1968 studeerde hij af. Na de militaire dienst specialiseerde hij zich in Rotterdam in de psychiatrie. Vanaf 1972 was hij psychotherapeut in Halsteren en opleider psychiatrie aan een psychiatrisch centrum in Amersfoort. Hellinga's eerste schrijfproducten gingen over onderwerpen in de geneeskunde en de psychiatrie, zijn vakgebied dus. In die werken bleek overigens al dat zijn belangstelling verder ging dan geneeskundige onderwerpen. Hij promoveerde in 1978 op een proefschrift over de ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley.
Eenmaal psychiater, specialiseerde hij zich in de behandeling van mensen met ernstige persoonlijkheidsstoornissen. Hij werkte in het psychotherapeutische centrum ‘De Viersprong’ te Halsteren van 1973 tot 1988, waarna hij A-opleider psychiatrie werd in het psychiatrisch ziekenhuis Zon en Schild te Amersfoort tot hij in 1998 met de VUT ging.
Als schrijver van jeugdboeken debuteerde hij in 1986 met Coriolis, de stormplaneet, dat hem meteen een Vlag en Wimpel opleverde. Het debuut van Hellinga is in de kritiek in het algemeen positief ontvangen. De recensenten prezen het verhaal over de bijzondere vriendschap tussen de osbork Kazazi en de mens Makombo vooral vanwege het avontuur, de spanning, de romantiek, de grote fantasie, de originele uitwerking en de goed doordachte oplossingen.
Zijn interesse voor sciencefiction dateert uit zijn jeugd. Volgens Hellinga ontstond deze belangstelling doordat zijn ouders alleen Engelstalige boeken lazen: ‘Zij hadden er duizenden. Als schooljongen kon ik alleen toegang tot de bibliotheek van mijn ouders krijgen als ik snel Engels leerde lezen. En sciencefiction is bij uitstek een vorm van literatuur waarbij zeer korte verhalen kunnen worden geschreven. Je kunt een plot uitwerken in drie, vier bladzijden.’ Toen hij fictie ging schrijven, lag het dus voor de hand dat het sciencefiction zou zijn. Aanvankelijk werden zijn verhalen door de SF-blaadjes teruggestuurd, maar uiteindelijk verscheen er een eerste verhaal van zijn hand in druk. Het meest leerde Hellinga van schrijversworkshops die hij organiseerde. Hij nodigde bekende SF-schrijvers uit bij hem thuis over hun verhalen te komen praten. Hellinga leerde zo de kneepjes van het vak van auteurs als Tais Teng, Paul Harland, Eddy Bertin en Peter Schaap. ‘Zo heb ik leren schrijven. Je moet kritiek kunnen verdragen. Daar heb ik veel van geleerd.’
De meeste sciencefictionverhalen schreef Hellinga voor volwassenen. Dertig ervan werden opgenomen in diverse tijdschriften en verzamelbundels. In 1995 verscheen Grensconflicten, het eerste deel van de omvangrijke trilogie Ptuui's mensen en Zassonen, bestemd voor volwassenen, maar ook geschikt voor jongeren vanaf een jaar of dertien. In veel bibliotheken staan ze daarom ook in de jeugdafdeling.
In de afgelopen vijfentwintig jaar verschenen ongeveer veertig verhalen in allerlei tijdschriften en verhalenbundels, en zes boeken. Hellinga publiceerde onder de schrijversnaam ‘Gerben Hellinga Junior’ om verwarring te voorkomen met zijn neef, Gerben Hellinga, die een bekend schrijver is van toneelstukken en thrillers. Hellinga’s vader, zijn grootvader, zijn grootmoeder, zijn twee ooms en een van zijn nichtjes zijn of waren overigens ook allemaal schrijvers, dus het schrijven zit hem letterlijk in het bloed.
Hellinga ging in december 1998 met vervroegd pensioen en heeft nu de tijd om écht veel te gaan schrijven. Hij doet dit onder de naam Gerben Graddesz Hellinga omdat de verwarring met zijn neef door de toevoeging ‘Junior’ onvoldoende bleek. Bij blijft nog steeds actief: hij houdt lezingen, voordrachten en workshops over het omgaan met moeilijke mensen en superviseert teamleiders in de gezondheidszorg. Hij publiceerde ook enkele boeken over psychotherapie en psychiatrie
Toen hij met de vut ging, begon Hellinga aan wat hij zijn ‘dodekalogie’ (naar: dodecafonie = twaalftonig stelsel) noemde: een serie van twaalf historische jeugdboeken. Eenmaal met pensioen was er alle tijd voor research en begon Hellinga aan wat hij hoopte dat zijn levenswerk zou worden: een reeks van elf spannende historische romans voor ‘young adults’ zoals die lezerscategorie genoemd wordt. Daarin kreeg bijna elk belangrijk indianenvolk een plaats en elk hoogte- (of eigenlijk: diepte-)punt van het proces van verovering door de blanken van het Noord Amerikaanse continent vormde de achtergrond van één boek: de goudkoorts, de transcontinentale spoorlijn, de slavernij, de indianenoorlogen, de burgeroorlog, enz. Steeds met drie jonge mensen als hoofdpersoon. Uitgeverij Piramide was enthousiast, de recensenten eveneens, maar de voorkanten van de boeken waren zo dom vormgegeven dat ze voor jongvolwassenen niet aantrekkelijk waren. Ze verkochten dus maar matig en toen de uitgever werd opgeslokt door het uitgeversconcern Fontein werden alle niet goed verkopende auteurs geschrapt. Dat gebeurde ook met deze serie, toen de laatste vier boeken al wel geschreven waren maar nog niet uitgegeven. In het eerste deel De weg naar Suckersville (2000) beschrijft Hellinga hoe het een aantal Ierse emigranten rond 1830 vergaat op weg naar en in de Verenigde Staten.
Omdat de serie jeugdboeken over de geschiedenis dus een onzalig einde kreeg, ging Hellinga non-fictie geschiedenisboeken voor volwassenen schrijven. Dit werd routinewerk, en Hellinga zoekt de uitdaging. Hij stopte met de serie en ging heel andere boeken schrijven. Zijn werk aan een dik boek over de politiek van de Verenigde Staten moest hij halverwege staken omdat toen de verkiezingen begonnen. Zowel de interne strijd onder de Republikeinen als de uiteindelijke strijd Clinton-Trump was zo vol absurde momenten en tijdens die strijd werden de zieke aspecten van de Amerikaanse politiek, waar het boek over had moeten gaan, zo duidelijk dat menige ontdekking van Hellinga een open deur werd.
Daarna schreef Hellinga een thriller, Oude Brieven, een Dan Brown achtig verhaal maar met minder uitleggerij en meer humor. Een ander boek, Maanblaffer, over een straathond (hij noemt zichzelf liever een Vrije Hond) in een Grieks vissersplaatsje, verschijnt in juni 2017.
Of het laatste project, een Fantasy trilogie waaraan Hellinga momenteel werkt, gaat lukken zal de tijd moeten leren.
Overleden te Deventer, Overijssel. De prachtige tekst op zijn overlijdensadvertentie luidde: Op een mooie herfstdag is Gerben rustig en opgelucht aan zijn winterreis begonnen.