Geboren te Amsterdam, Noord-Holland. Carl Nicolaas Hollander was een Nederlands illustrator van vele kinderboeken en aquarellist. Hij had het in zich om een beroemd illustrator te worden. Als kind tekende hij zelf in zijn kinderboeken de witte plekken vol. Hollander heeft de kunstacademie in Den Haag met veel succes doorlopen en afgemaakt. Na het gymnasium ging hij naar de Koninklijke Academie voor de Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij behaalde de eerste prijs (de Esso-prijs) voor het beste eindexamen in het desbetreffende jaar. Tijdens zijn militaire dienst werkte hij als navigator voor de landmacht.

Na de diensttijd werd hij freelance illustrator. Hij had zich altijd al tot dit vak aangetrokken gevoeld. Als kind vulde hij de witte plekken in zijn kinderboeken met kleine tekeningen. Een tweede motief om illustrator te worden was dat hij principieel geen gebruik wenste te maken van de BKR, maar van zijn werk wilde leven.

Zijn eerste opdracht uit Engeland was het illustreren van Stirring stories for girls van Odham. Aanvankelijk bleef hij voornamelijk voor Engelse uitgeverijen werken. Pas later kreeg hij in Nederland voet aan de grond en al vrij snel maakte hij de illustraties en omslagen voor veel kinderboeken van de Nederlandse uitgeverij Ploegsma. Door illustraties bij het werk van An Rutgers van der Loeff-Basenau en door zijn tekeningen in de Pippi Langkous-boeken van Astrid Lindgren, werd zijn werk al snel bekend bij een groot publiek. Ook in de jaren daarna illustreerde Hollander kinderboeken die klassiek zouden worden, zoals Minoes van Annie M.G. Schmidt, Spaghetti van Menetti van Kees Leibbrandt en De kleine kapitein van Paul Biegel. Sinds 1960 illustreerde hij meer dan honderd boeken. Tekeningen van hem verschenen ook in Donald Duck. Hij werkte graag en vaak met pen, potlood, kleurpotloden en aquareltechniek. Zijn werk kenmerkt zich door de fijne detaillering, wat dat werk zo herkenbaar en levensecht maakt.

Carl Hollander doceerde aan de inmiddels opgeheven vakgroep Illustreren van de Rietveld Academie te Amsterdam. Hij heeft veel bewondering voor het werk van Ernest Shepard, Maurice Sendak, Tomi Ungerer en Gustave Dor

In totaal heeft hij meer dan honderd boeken geïllustreerd of van omslagen voorzien. Tussen 1970 en 1972 maakte hij onder het pseudoniem Abraham Zwinskyenskowkovitch-Prastolkinofortortiloff jr. de serie Rosie Geur & Manus Gein voor het blad PEP.

Hollander maakt ook vrij werk. Met name in zijn laatste jaren is hij daar meer tijd aan gaan besteden. Op grond van het aantal boeken dat hij heeft geïllustreerd, mag hij tot de belangrijkste illustratoren van na de oorlog worden gerekend. Overleden te Amsterdam, Noord-Holland.