Regel 1: Regel 1:
Geboren te Portland, Maine. De tweede zoon van Donald en Nellie Ruth Pillsbury King. Het huwelijk van Donald en Nellie bleek geen succes. Stephen was nog een kleuter als zijn vader het gezin verliet en werd, samen met zijn oudere broer, vervolgens opgevoed door moeder Nellie. Na de basisschool en de High School, belandde Stephen op de University of Maine. Zijn docenten hadden al gauw oog voor zijn creatieve talent en moedigden hem aan om dit verder te ontwikkelen. Toch werden zijn eerste verhalen verschillende keren afgekeurd voor publicatie. In zijn studentenperiode kreeg hij de kans om een wekelijkse column voor de Maine Campus-schoolkrant te schrijven. Op andere vlakken was hij tijdens zijn studietijd eveneens actief. Hij deed aan schooltoneel en mengde zich in de studentenpolitiek. Hij werd zelfs lid van de Student Senate en ondersteunde de vredesbeweging die zich inzette tegen de Vietnam-oorlog. In zijn vierde jaar ontmoette hij Tabitha Spruce, zijn latere vrouw. In 1970 studeerde King af en behaalde een graad in Engels die hem tevens de bevoegdheid geeft om les te geven aan een High School. Direct na zijn afstuderen werd hij afgekeurd voor dienst. Zijn hoge bloeddruk, beperkt zicht, dito gehoor en platvoeten leverden hem nu eens iets positiefs op. Het echte leven begon voor King na zijn studententijd. Hij verhuisde naar Orono. In 1971 trouwde hij met zijn universiteitsliefje Tabitha Spruce en wilde hij aan de slag als leraar. De vacatures bleken niet voor het oprapen te liggen. King nam vervolgens een baan aan in een wasserij. Ook zijn vrouw had ondanks haar historische graad moeite met het vinden van een baan en ging in de horeca werken. Het loon dat King voor zijn baan bij de wasserij kreeg is echter niet de enige inkomstenbron voor de Kings. Stephen schreef geregeld korte griezelverhalen, die zo nu en dan geplaatst werden in bladen die zich op mannen richten. Ook wanneer King een functie kreeg als docent op een High School en daardoor meer ging verdienen, bleef hij schrijven. Vooral in de avonden en in de weekends schreef Stephen het ene korte verhaal na het andere en richte zich gaandeweg ook op omvangrijker werk. Bekroond in 2003 met de National Book Award. Co-auteurs: Straub, Peter & King, [[Persoon/-276620639|Chizmar Owen]], Richard, Hill, Joe
+
Geboren te Portland, Maine. De tweede zoon van Donald en Nellie Ruth Pillsbury King. Het huwelijk van Donald en Nellie bleek geen succes. Stephen was nog een kleuter als zijn vader het gezin verliet en werd, samen met zijn oudere broer, vervolgens opgevoed door moeder Nellie. Na de basisschool en de High School, belandde Stephen op de University of Maine. Zijn docenten hadden al gauw oog voor zijn creatieve talent en moedigden hem aan om dit verder te ontwikkelen. Toch werden zijn eerste verhalen verschillende keren afgekeurd voor publicatie. In zijn studentenperiode kreeg hij de kans om een wekelijkse column voor de Maine Campus-schoolkrant te schrijven. Op andere vlakken was hij tijdens zijn studietijd eveneens actief. Hij deed aan schooltoneel en mengde zich in de studentenpolitiek. Hij werd zelfs lid van de Student Senate en ondersteunde de vredesbeweging die zich inzette tegen de Vietnam-oorlog. In zijn vierde jaar ontmoette hij Tabitha Spruce, zijn latere vrouw. In 1970 studeerde King af en behaalde een graad in Engels die hem tevens de bevoegdheid geeft om les te geven aan een High School. Direct na zijn afstuderen werd hij afgekeurd voor dienst. Zijn hoge bloeddruk, beperkt zicht, dito gehoor en platvoeten leverden hem nu eens iets positiefs op. Het echte leven begon voor King na zijn studententijd. Hij verhuisde naar Orono. In 1971 trouwde hij met zijn universiteitsliefje Tabitha Spruce en wilde hij aan de slag als leraar. De vacatures bleken niet voor het oprapen te liggen. King nam vervolgens een baan aan in een wasserij. Ook zijn vrouw had ondanks haar historische graad moeite met het vinden van een baan en ging in de horeca werken. Het loon dat King voor zijn baan bij de wasserij kreeg is echter niet de enige inkomstenbron voor de Kings. Stephen schreef geregeld korte griezelverhalen, die zo nu en dan geplaatst werden in bladen die zich op mannen richten. Ook wanneer King een functie kreeg als docent op een High School en daardoor meer ging verdienen, bleef hij schrijven. Vooral in de avonden en in de weekends schreef Stephen het ene korte verhaal na het andere en richte zich gaandeweg ook op omvangrijker werk. Bekroond in 2003 met de National Book Award. Co-auteurs: [[Persoon/3860|Peter Straub]] King, [[Persoon/-276620639|Chizmar Owen]], Richard, Hill, Joe

Versie van 19 nov 2024 13:45

Geboren te Portland, Maine. De tweede zoon van Donald en Nellie Ruth Pillsbury King. Het huwelijk van Donald en Nellie bleek geen succes. Stephen was nog een kleuter als zijn vader het gezin verliet en werd, samen met zijn oudere broer, vervolgens opgevoed door moeder Nellie. Na de basisschool en de High School, belandde Stephen op de University of Maine. Zijn docenten hadden al gauw oog voor zijn creatieve talent en moedigden hem aan om dit verder te ontwikkelen. Toch werden zijn eerste verhalen verschillende keren afgekeurd voor publicatie. In zijn studentenperiode kreeg hij de kans om een wekelijkse column voor de Maine Campus-schoolkrant te schrijven. Op andere vlakken was hij tijdens zijn studietijd eveneens actief. Hij deed aan schooltoneel en mengde zich in de studentenpolitiek. Hij werd zelfs lid van de Student Senate en ondersteunde de vredesbeweging die zich inzette tegen de Vietnam-oorlog. In zijn vierde jaar ontmoette hij Tabitha Spruce, zijn latere vrouw. In 1970 studeerde King af en behaalde een graad in Engels die hem tevens de bevoegdheid geeft om les te geven aan een High School. Direct na zijn afstuderen werd hij afgekeurd voor dienst. Zijn hoge bloeddruk, beperkt zicht, dito gehoor en platvoeten leverden hem nu eens iets positiefs op. Het echte leven begon voor King na zijn studententijd. Hij verhuisde naar Orono. In 1971 trouwde hij met zijn universiteitsliefje Tabitha Spruce en wilde hij aan de slag als leraar. De vacatures bleken niet voor het oprapen te liggen. King nam vervolgens een baan aan in een wasserij. Ook zijn vrouw had ondanks haar historische graad moeite met het vinden van een baan en ging in de horeca werken. Het loon dat King voor zijn baan bij de wasserij kreeg is echter niet de enige inkomstenbron voor de Kings. Stephen schreef geregeld korte griezelverhalen, die zo nu en dan geplaatst werden in bladen die zich op mannen richten. Ook wanneer King een functie kreeg als docent op een High School en daardoor meer ging verdienen, bleef hij schrijven. Vooral in de avonden en in de weekends schreef Stephen het ene korte verhaal na het andere en richte zich gaandeweg ook op omvangrijker werk. Bekroond in 2003 met de National Book Award. Co-auteurs: Peter Straub King, Chizmar Owen, Richard, Hill, Joe