Geboren te Amsterdam, Noord-Holland. Hermance Berendina (Mance) was een Nederlands illustrator. Mance Post groeide op in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. Zij was de vierde dochter uit een gezin waarin veel werd gemusiceerd en getekend. Haar vader had daar een klein schildersbedrijf. Hij hield van tekenen en speelde viool en orgel. Van haar moeder leerde ze rijmpjes en versjes. Er waren ook boeken in huize Post zoals Ot en Sien, met tekeningen van Cornelis Jetses en De sprookjes van moeder de Gans met prenten van Gustave Doré. Mance had een zwakke gezondheid (ze had chronische bronchitis) en tekende veel. Later, in 1979, zou ze de herinneringen aan haar kindertijd in de Staatsliedenbuurt en aan haar, inmiddels overleden, vader verwerken in het autobiografisch beeldverhaal Ik woonde in een leunstoel. Guus Kuijer verwoordde haar verhaal. Op het Amsterdamse Montessori Lyceum kreeg ze aanvankelijk tekenles van de kunstschilder Nico Baak. Hij werd opgevolgd door de illustrator Piet Klaasse die volgens Post het beste uit zijn leerlingen wist te halen. Ook na haar schoolperiode bleef Klaasse haar begeleiden. Deze lessen vormden de enige tekenopleiding die Mance Post heeft genoten. Toen tijdens de Tweede wereldoorlog Klaasse moest onderduiken, nam Post zijn tekenlessen op het lyceum van hem over. In 1955 verliet ze het onderwijs, noodgedwongen door haar slechte gezondheid. Haar eerste illustraties maakte Post voor Het boek van Thijs en Claartje (1946) van J.A. Schreuder. Zelf beschouwde Mance Post dit boek niet als haar echte debuut. Dat was Het schoentje van Roosmarijn, een bundel kinderpoëzie van Han G. Hoekstra. Het verscheen in 1955, het jaar dat ze koos voor een carrière als illustrator. Het was een boek met knip-illustraties. In zwart-wit, zoals gebruikelijk in een tijd waarin maar beperkte middelen beschikbaar waren voor de productie van boeken. Het schoentje van Roosmarijn kwam op de lijst van Vijftig Best Verzorgde Boeken van het Jaar. In datzelfde jaar introduceerde Simon Carmiggelt Mance Post bij de Arbeiderspers, waar ze, op 30-jarige leeftijd, haar eerste illustratieopdracht kreeg. Het zou het begin zijn van een levenslange carrière als illustrator. In de jaren vijftig en zestig bleef Mance Post in deze stijl illustreren, onder andere voor het literaire kindertijdschrift Kris-Kras. Voor het kinderboekenweekgeschenk van 1966 maakte ze tekeningen voor het kleinste sprookjesboek, ter grootte van een luciferdoosje. Tot op hoge leeftijd bleef Post actief. Overleden te Amsterdam, Noord-Holland. Ze werd begraven op Zorgvlied. Haar artistieke nalatenschap heeft ze geschonken aan het Letterkundig museum.