Geboren te Hamburg-Altona, Duitsland. Eddy Charly Bertin ("peetvader van de Nederlandstalige sciencefiction") was een Belgisch auteur voor kinderen, jeugd en volwassenen. Zoon van een Belgische vader en Duitse moeder. Zijn vader was een Belgische schrijnwerker die tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeëist werd en in Hamburg moest gaan werken. Zijn moeder was een Duitse die bij de post werkte. Hij werd geboren in Duitsland, maar al snel verhuisde het gezin naar België. Ze gingen later nog een jaar terug naar Duitsland, om zich daarna voorgoed in België te vestigen. Zijn prille jeugd was in een oud huis dat hem jarenlang nachtmerries bezorgde. Dat stopte toen hij die in verhalen verwerkte toen hij twaalf was. Hij studeerde Handel en Talen aan het Provinciaal Hoger Technisch Instituut in Gent en ging daarna bij een bank werken. In zijn vrije tijd schreef hij verhalen. Woonde het grootste gedeelte van zijn leven in Gentbrugge in het Dunwich House. Wilde aanvankelijk tekenaar worden en schreef alleen maar fantastische verhalen om ze van illustraties te kunnen voorzien. Later raakte het tekenwerk geheel op de achtergrond, in tegenstelling tot de verhalen. Door het gebrek aan belangstelling door Nederlandse en Belgische uitgeverijen begon hij zijn werk in het Engels te vertalen voor de Britse en Amerikaanse markt. In 1967 werden in één en dezelfde maand twee verhalen geaccepteerd, het SF-verhaal The City, Dying en de gruwelstory The Whispering Horror, verschenen in New Writings in SF en Pan Books of Horror. Daarna verschenen ook diverse bundels met SF- en horrorverhalen in het Nederlands. Won diverse prijzen, waaronder: De Sfan-Award 1972, De Europe SF-Special, de Euroconprijs en de Beneluxcon Award in 1978. Won samen met Bob van Laerhoven in 1976 de verhalenwedstrijd van Sfan en het NCSF met het verhaal Brand liefje, ik brand en er is niemand om mij te blussen. Uitgever en co-uitgever van de Fanzines Cerberus, Nachtmerrie, SF Gids, Utopia (niet te verwarren met de gelijknamige pulpreeks van uitgeverij De Schorpioen), Vleermuisserie en diverse Engelstalige Fanzines. Zijn bekendste verhalencyclus speelde zich af in het Membraan-universum: ‘een toekomstige geschiedenis van de mens in de ruimte van 1985 tot 3666, een tachtigtal verhalen, gedichten, liederen en diverse teksten.’ In 1976 verscheen de bundel Eenzame bloedvogel, waarin het verhaal Als een eenzame bloedvogel werd opgenomen. Dat werd het begin van zijn membraancyclus, die verspreid verscheen in tijdschriften en bloemlezingen. Die toekomst wordt bepaald door de ontdekking van de membranen, waarmee de mens in ruimte en tijd kan reizen. De verhalen werden nooit in een definitieve bundeling samengebracht. Drie bundels worden beschouwd als bevattende de kern van de teksten: Eenzame bloedvogel, De sluimerende stranden van de geest en Het blinde, doofstomme beest op de kale berg. Internationaal geniet Bertin, naast zijn sciencefictionwerk, aanzien omwille van zijn horror die voortbouwt op de Mythos waar Amerikaanse schrijver H.P. Lovecraft de bouwstenen voor legde. In de bundel The Disciples of Cthulhu (1974) verscheen Bertins verhaal Darkness, my name is. Het verhaal vertelt over een oeroude sekte, de aanbidders van de Vayaen, die de slapende god Cyäegha en de vijf demonen die hem bewaken aanbidden. Begon zich in de jaren tachtig meer op het schrijven van kinderboeken toe te leggen. In zijn kinderboeken zijn de griezelige figuren eerder de bijfiguren. Bertin had later vooral bij kinderen veel succes met zijn zeven boeken over Valentina Hellebel (1993-2004). Verhalen met als onderwerp een meisje dat in haar puberteit ontdekt dat ze bepaalde mysterieuze krachten van haar grootmoeder geërfd heeft. Deze boeken werden ook bij de volwassen fans van Bertin geliefd, omdat ze op het vlak thematiek vloeiend aansloten bij veel van zijn eerder werk. Hij heeft na Valentina's Schaduwboek uit 2004 geen nieuwe boeken meer uitgegeven. Van 1994 tot 2003 was Eddy C. Bertin de secretaris van het Griezelgenootschap, acht schrijvers van griezelverhalen (onder wie ook Tais Teng en voorzitter Paul van Loon) die bij uitgeverij Elzenga jaarlijks een bundel naar een specifiek jaarthema samenstelden. In totaal gaf hij meer dan 50 boeken uit, plus een 60-tal pulpromans onder pseudoniemen. Zijn ca. 1800 gepubliceerde verhalen verschenen in meer dan tien talen, inclusief Japans en Pools. Hij woonde met zijn echtgenote en twee katten in Dunwich House in Gentbrugge. De tweede verdieping was zijn werkdomein en zijn genre-bibliotheek van meer dan 30.000 volumes. Eddy at en ademde griezel en sciencefiction. Zijn dochter is de actrice Brenda Bertin, bekend van de Vlaamse televisiereeks16+. Overleden aan de complicaties van een hartaanval op een vakantie op Kreta. Bekende pseudoniemen: Edith Brendall; Doriac Greysun; Karla Madonna; Christiane Varen. Co-auteurs: Brenda Bertin; Bob van Laerhoven; Tais Teng; Robert G. Terny; Karel Thole; Guido Eekhaut.