Geboren te Ath, Henegouwen. Charles-Henri Dewisme was een Franstalig Belgisch schrijver. Groeide op in Doornik, bij zijn grootouders. Wanneer hij 19 is, stopt hij met school en vlucht hij voor zes maanden naar China. In de Tweede Wereldoorlog werkzaam voor de Britse geheime dienst, waarvoor hij dikwijls moeilijke opdrachten uitvoerde zonder ooit in de handen van de vijand te vallen. Na WO II had hij nog niets van zijn drang naar avontuur verloren. Hij werd correspondent bij een Amerikaans persagentschap en van een groot Frans dagblad. Hij is evenals zijn creatie ‘Bob Moran(e)’ een globetrotter. Hij trekt van het ene werelddeel naar het andere en heeft van zijn vele reizen over de gehele wereld talloze trofeeën meegebracht. Totems uit de binnenlanden van Afrika en Guinea, afgodsbeelden, Indiaanse maskers, talismans en koralen, de laatste door hem persoonlijk uit de diepsten der zeeën opgevist. Zijn favoriete gebieden zijn Midden - en Zuid Amerika, waarin hij dan ook jarenlang heeft rondgedoold. Tijdens zijn reizen door de oerwouden van Afrika is hij bevriend geraakt met de opperhoofden van diverse Indianenstammen, die destijds praktisch nog geen invloed ondergingen van de Westerse beschaving. Ook deze vriendschappelijke contacten stelden hem in de gelegenheid feiten te verzamelen en in zijn boeken te vermelden, die nog nooit eerder gepubliceerd werden. In 1953 verscheen zijn eerste roman, La vallee infernale (De helse vallei), het eerste Bob Morane verhaal, welke duidelijk het avontuurlijke karakter van de schrijver tot uitdrukking bracht. Vernes was vooral bekend van zijn ca. 200 verhalen over Bob Morane. Vanaf 1955 heeft hij zich geheel aan het schrijven gewijd. Zowel boeken als documentaires. De avonturenromans van Bob Morane, vaak doorspekt met sciencefiction, spelen zich af over de hele wereld en zelfs buiten ons zonnestelsel. De lotgevallen van Bob Morane, bijgestaan door zijn trouwe vriend Bill Ballantine, brengen hem in conflict met zijn vijanden, zoals de Gele Schaduw, alias meneer Ming, of zijn gesitueerd in parallelle universums (Anankécyclus), in het oerwoud, in de mysteries van ruimte en tijd (de Tijdcyclus). Zijn werken werden bewerkt voor stripverhaal, tekenfilm, televisiereeks en computerspel. In 2011 heeft hij zijn volledig archief geschonken aan het Rijksarchief in Doornik. Deze gift bestond uit persartikels, briefwisseling en gepubliceerde vertalingen van zijn werken. Vervolgens werd het geïnventariseerd, waarna het sinds juni 2020 daar vrij raadpleegbaar is. Zijn autobiografie verscheen in 2012 bij Uitgeverij Jourdan, onder de titel Mémoires. Overleden, blind en levensmoe te Saint-Gilles, Brussels Hoofdstedelijk Gewest.